woensdag 7 augustus 2013

Wilhelmina Wever


Epidemiologie
Mammacarcinoom is de meest voorkomende maligniteit bij Nederlandse vrouwen. De kans dat een vrouw gedurende haar leven mammacarcinoom krijgt is ongeveer 10%. In Nederland werd in 2003 bij 12.801 vrouwen mammacarcinoom gediagnosticeerd. Hiervan werd 6% voor het 40e levensjaar, 18% tussen het 40e en 50e levensjaar, 28% tussen het 50e en 60e levensjaar en de overige 48% na het 60e levensjaar vastgesteld.
Door de vervroegde ontdekking van tumoren via het bevolkingsonderzoek, de verbeterde stagering en de toepassing van chemotherapie en vooral hormonale therapie is de prognose van mammacarcinoom de laatste decennia aanzienlijk verbeterd. De vijfjaarsoverleving van vrouwen met mammacarcinoom is op dit moment 80%, de tienjaarsoverleving is ongeveer 70%. Gemetastaseerd mammacarcinoom geldt als niet-curabel, met een gemiddelde overlevingsduur van circa 2 jaar. Hierbinnen is echter een grote spreiding, na 10 jaar is ongeveer 10% van de patiënten nog in leven. Per jaar sterven ongeveer 3500 vrouwen aan mammacarcinoom; het is voor vrouwen in de leeftijd van 30 tot 59 jaar één van de belangrijkste doodsoorzaken.
Vrouwen die borstkanker hebben gehad, hebben een drie- à viermaal verhoogd risico om opnieuw een primair mammacarcinoom of een lokaal recidief te krijgen. Dit betekent dat bij 15 à 20% van de vrouwen die borstkanker overleven, binnen 20 jaar voor de tweede keer borstkanker wordt gediagnosticeerd.

Uit: NHG-Standaard Diagnostiek, laatst bijgewerkt 2008
https://www.nhg.org/standaarden/volledig/nhg-standaard-diagnostiek-van-mammacarcinoom