Iemands eerste
reactie: 'Rook je?'
Alweer goed
geslapen zonder hulp. Vandaag ruimen Strato en ik samen het huis op, klaar voor
de patiƫnt is het motto. Mijn schoonmoeder en stiefschoonvader komen Boefje
halen, we drinken koffie. Ik krijg een 'opkikker' van de Wereldwinkel van mijn
schoonmoeder en mijn stiefschoonvader zegt: 'Wat moet je met die troep'. Wat
een boef is dat toch, maar we moeten er wel om lachen. Ik ben blij hoor met
mijn 'opkikker'. Na de koffie krijg ik nog een paar dikke knuffels en is het
tijd om Boefje uit te zwaaien.
Strato en ik lopen
mee naar de auto en ik moedig Boefje aan om op de achterbank te springen, dit
doet ze zonder problemen. Ik maak haar vast en zeg dan blijmoedig: 'Tot straks'. Dat is
mijn 'hondencode' voor afscheid nemen. Als ik de deur dicht doe en Boefje
goeddeels doorheeft dat ik niet bij haar instap, kijkt ze met grote verbaasde
ogen en een strakke bek naar me. Als mijn schoonouders wegrijden en wij
zwaaien, zie ik de kop van Boefje boven de achteruit uit met een onbegrijpende
blik. We moeten lachen om dat 'hoofd' van die hond van mij, maar het is ook
heftig.
We gaan bowlen. We
fietsen naar het andere eind van onze stad, naar het deel waar zowel Strato als ik
opgegroeid zijn. Dat is zoals altijd een 'terug in de tijd trip'. We zijn totaal de
enige spelers in het het etablissement, we zijn allemaal dik de dertig gepasseerd,
dus Esther vraagt of er andere muziek op mag dan K3. Dat mag gelukkig. Ik drink geen alcohol, mijn gezelschap des te meer. We hebben allemaal een alias, geleend uit 'The Big Lebowski'. Ik ben 'The Dude' maar wilde eigenlijk 'Donny' zijn, maar met
Donny loopt het slecht af in de film dus dat is geen goed idee. Esther en Gideon zijn
de goden van de bowlingbaan. Martine doet een goede poging, Strato bakt er niks van
en gooit vervolgens expres mis. Strato houdt niet van spelletjes, hij houdt niet
van 'Noord' en hij houdt niet van mijn situatie, de reden dat we hier staan te
bowlen.
Als ik aan de
beurt ben en ik zeker weet dat het mijn eerste 'Strike' wordt, gaat ineens het
hek dicht voor de kegels. Met een klets raakt mijn bal het hek en rolt terug.
Esther gilt: 'Wat doe je nou?!'. Ik snap er ook niks van, volgens mij was het
gewoon mijn beurt. Esther loopt de baan op om de bal te pakken. Dat mag dus
niet, een medewerker komt bij ons kijken en zegt dat 'iemand' op de knop heeft
gedrukt. We ontkennen in koor. Er is niemand in de buurt van ons
bedieningspaneel, wie kan er nou op een knop gedrukt hebben? De medewerker zegt
nog een keer dat er iemand op de knop gedrukt heeft. We laten het er maar bij,
ruziemaken heeft geen zin. Dan blijkt dat Strato op een knop gedrukt heeft, hij
geeft het schoorvoetend toe. Aan de zijkant van de 'ballenbak' zit een blauw, onbestemd knopje, zonder label. Ja, daar wil iedereen wel op drukken om te kijken wat het
doet! Strato heeft gedrukt en dit mysterie zo eigenhandig opgelost.
Wij vinden het
niet erg, Strato wel. Hij gaat naar buiten, heeft frisse lucht nodig. Als hij na
10 minuten niet terug is, bel ik hem om te vragen of het gaat en of hij een
bitterbal wil. Strato vindt het een beetje stom dat ik bel en niet gewoon naar
buiten kom, maar ja, ik heb wel bowlingschoenen aan en zo, en nieuwe bovendien, die heb ik heel slim uitgezocht in het rek bij maat 39. Ik ga toch maar eens buiten kijken.
Wat bijzonder is
aan Strato, is dat hij niet kan doen 'alsof', wat ons verder allemaal wel
redelijk afgaat, en door te doen 'alsof' wordt het ook gewoon nog wel leuk en
gezellig. 'Contragedrag' heet dat in de psychiatrie. Strato vindt het stom van
zichzelf, ik helemaal niet, ik vind het uiterst begrijpelijk. Die entourage van
de bowlingbaan is ook stom en mijn situatie is ook stom. Het bowlen zelf vind
ik overigens helemaal niet stom, het gaat me zelfs aardig af. Esther is net Fred
Flinstone als ze gooit, ik vermaak me prima. Strato komt niet meer bowlen, maar
we gaan daarna wel gezamenlijk uit eten in de stad. De keuze valt op ons favoriete
pasta- en pizzarestaurant.
Ook dat wordt een
beetje behelpen, we krijgen allemaal ons gerecht behalve Martine. 'Due minuti'
zegt de oberin. Nou, dat is wat, vorige keer dat we hier met Martine aten, kreeg
ze ook al haar eten niet gelijk met ons. Lekker stom! Na 10 minuten is het eten
er nog niet en heeft de rest zijn bord al zo goed als leeg. Ik ga eens een
kijkje nemen in de keuken. De dochter van de eigenaar staat hoogstpersoonlijk
de pasta voor Martine af te gieten, dus nu krijgt Martine dan wel binnen 'due minuti' eindelijk haar pasta, die iets te al dente blijkt te zijn. Waardeloos dus, zo
kunnen we toch geen 'feestje' vieren?!
Ik heb er nog
steeds niet over nagedacht 'wat ik moet zeggen als ik het niet wil zeggen'. Dat
wil zeggen; 'wat zeg je, als je niet wil zeggen dat je kanker hebt, en passant
en tegen Jan en Alleman'. Er valt natuurlijk best een 'zinsnede' aan te leren
om door het leven te laveren zonder het over kanker te hoeven hebben. Omdat ik
daar nog geen oplossing voor bedacht heb, gaat het weer een beetje mis. De
eigenaar van de pizzatent kennen we inmiddels redelijk goed. Hij is bezig met
een biologische boerderij en omdat ik koeien kan melken, wil hij mij daar graag
bij betrekken. Hij vraagt of ik volgende week kan afspreken. Dat kan dus niet
en voordat ik het goed en wel doorheb, ligt het woord 'kanker' tussen ons in. De
lieve Italiaan grijpt mijn hand en kijkt heel verdrietig naar me. Hij wil
direct wat met me drinken, maar ik drink niet meer. Ik beloof hem dat we komen
'drinken' als het weer kan.
Het feest is over, tijd om
afscheid te nemen van Gideon en Martine. Esther is al eerder op de fiets gestapt, ze
moet morgen vroeg op. Gideon en ik knuffelen lang, we zijn geƫmotioneerd. Martine red ons door tegen me te roepen: 'Veel plezier morgen!' Ik vind het weer eens een
briljante grap en we moeten allemaal heel hard lachen.
Thuis kijken Strato en ik in bed een film van Tom Cruise, over Tom Cruise, ter meerdere eer en
glorie van Tom Cruise. Tom wil zo graag laten zien dat hij 'alles kan' dat het
verhaal her en der blijft steken in lange scenes die niets toevoegen, maar die
compleet voorzien in alle stuntwensen -die hij altijd allemaal zelf doet- van Tom. We
kunnen er wel om lachen, maar het wordt zo wel 'onnodig' laat zo. Zo stoer als ik
ben (ik zal Tom eens even laten zien wat ik kan), ga ik aan de vooravond van mij operatie slapen zonder oxazepam.
Slecht idee blijkt later, om de paar minuten 'stort ik naar beneden' en schrik
ik wakker van de landing, en met dezelfde vaart schrikt Strato ook steeds wakker.
Lekker stel zo.
The Dude abides.