maandag 26 augustus 2013

Koffie


Ik zou je niet kunnen vertellen hoe ik me voel, ik weet het zelf niet. Is het vlak? Is het brak? Zeg het maar!

Vandaag heb ik om 12 uur een afspraak met mijn vriendin Ilse om koffie te drinken in de stad. Ik loop daarheen met Boefje en onderweg is het net of ik een meloen onder mijn linkerarm gekneld houd. Ik weet niet waar ik mijn linkerarm moet laten, want dat voelt niet lekker die meloen. Het is mijn eigen borst, maar omdat mijn vel 'het niet doet' onder mijn arm, is het net of ik een vreemd voorwerp onder mijn arm houd. Bovendien is mijn borst geen meloen, het is gewoon mijn borst, helemaal niet gezwollen of zo. Wel heel beurs van binnen. Aan de buitenkant zie je niks meer van de kneuzingen en de littekens zijn bijna helemaal dicht. Aan de binnenkant zijn de kneuzingen nog wel flink aanwezig. Harde bobbels, inwendige bloeduitstortingen. Als ik nu maar mijn paracetamol spiegel op pijl houd, dan moet het te doen zijn, een 'normaal' leven deze dagen. Zaterdag kon het ook, dus moet het me vandaag ook lukken, vind ik.

Ik ga aan een tafeltje zitten en als ik me geïnstalleerd heb, zie ik dat Ilse aan de overkant zit, ze ziet me niet, ze flirt met een stadswacht! Ik schuif aan bij Ilse, het waait als een malle, dus als ik een croissantje eet, komen alle kruimels op mijn vriendin terecht. We praten over kanker en we praten over alles waar we anders ook over zouden praten. Ilse heeft een hoelahoep en vindt dat ik dat ook moet doen. Dat lijkt me echt superleuk, maar alles vanaf mijn heupen en hoger, dat kan voorlopig nog niet denk ik. Ik ga eerst maar eens proberen te fietsen deze week. Ik snap niet waarom ik zo moe ben. Ik kon bijna niet uit bed komen voor een afspraak om 12 (?!) uur. Ik ga op tijd slapen, ik drink niet, ik gebruik geen oxazepam. Wat is er met me? Ik weet het antwoord wel, maar ik heb er geen zin in!

Ik bel Fred om te zeggen dat ik morgen dan eerst maar eens koffie kom drinken op het werk. Morgen zal ik kijken of ik kom fietsen, of dat ze me even moeten komen halen. Ik heb zin in mijn collega's. Ik heb zin in Fred, ben toe aan een paar goeie grappen. Volgens hem heb ik een cadeau gekregen uit 'onverwachte hoek' en dat cadeau ligt op me te wachten. 'Zal mijn benieuwe!'

Als ik net in bed lig, krijg ik bericht dat Tim onderweg is voor een bezoekje. Ik kom direct weer uit bed en wacht op de bank op Tim. Dat is een stief-oom van Strato, maar ik ken Tim al veel langer. Hij werkte vroeger in hetzelfde ziekenhuis als mijn moeder. Ik zat op de lagere school naast dat ziekenhuis en tussen de middag at ik dan warm in het personeelsrestaurant van het ziekenhuis. Tim en ik kennen veel van dezelfde mensen van vroeger, daar praten we graag over. Wat ook bijzonder is, is dat ik hem in vertrouwen heb genomen toen ik net mijn tumor gevoeld had en nog niet wist dat het een tumor was. Mijn schoonmoeder en stief-schoonvader gaven dat weekend een BBQ feest en ik wilde de pret zeker niet bederven door mijn zorgen breed uit te meten, maar ik heb dit toen wel gedeeld met Tim.

Tim krijgt een antidepressivum voor een zenuwaandoening als gevolg van diabetes. Wacht, dat zeg ik niet goed, een 'zenuwaandoening' klinkt evengoed als een psychiatrisch geval. Ik bedoel een neurologische aandoening, zenuwpijn in zijn knie! Een antidepressivum dat zelden meer voorgeschreven wordt bij depressies, maar wel bij fysieke, neurologische pijn. Tim heeft last van de 'aanwenningsverschijnselen' maar het middel lijkt te helpen tegen de pijn in zijn knie. Rare materie allerhande medicatie. Zo heb ik wel eens medicatie tegen depressie gekregen, die ontworpen was voor mensen met epilepsie en die als toevallige 'bijwerking' bleken te hebben dat ze depressie tegengaan, dus nu juist een vaak voorgeschreven middel is in de psychiatrie.

Als Tim naar huis is, bel ik de dierenarts, want Boefje heeft chronisch ontstoken anaalklieren (He bah) en het is weer eens tijd voor een antibiotica kuur. Gideon haalt de medicijnen op voor Boefje en komt even bij me kijken als ik inmiddels weer in bed lig. De rest van de middag slaap ik. Ik ben ongelofelijk moe! Dat wil ik niet, maar het beste is om daar niet over te piekeren, maar dus gewoon te slapen dan maar.

Esther wil graag met me naar Kos voor een vijfdaagse zonvakantie op 14 september. Ik denk dat de bestralingen dan al begonnen zijn en ook al zou ik daar uitstel van kunnen vragen, ik weet niet of ik daar uitstel van wil. Bovendien geen doekoe! Esther wil graag nog even dromen, dus ze zoekt het toch uit, ze wil me heel graag kennis laten maken met het Griekse eilandleven en na de bestraling, is het te koud in Griekenland. Ik opper Eilat, maar daar is net een aanslag verijdeld doordat het afweergeschut een raket, gericht op Eilat naar beneden heeft gehaald. We kunnen natuurlijk ook naar Egypte oppert Esther, dat zal wel lekker goedkoop zijn nu en weinig toeristen bovendien! Syrie, ook leuk! We zien het wel.

Ik moet in 'bestraal modus' zien te komen en gaan oefenen met adem inhouden. Ik moet beslissen of ik een taxi-service via de zorgverzekering ga regelen, of dat ik een pool maak van familie en vrienden. Ik kan ook nog de auto van mijn schoonmoeder lenen en zelf iedere dag naar het AVL rijden. Ik vind de beslissing te lastig, ik weet niet hoe ik me voel over een paar weken. Ik weet al niet hoe ik me vandaag voel!

Muziek: 'Ik zou wel eens willen weten' van Jules de Corte