vrijdag 23 augustus 2013

Je regrette tout


 Ik ben Jean-Baptiste Grenouille van Süskind, ik wil blijkbaar 'gesmoord' worden in liefde.

Ik heb gedroomd dat we weer gingen bowlen, dit keer met Samuel, Aaf en nog meer mensen, die komen me nu onbekend voor, er was ook een jonge, mooie, donkere jongen bij, ik ken geen mooie, donkere jongens. Ik heb hem denk ik in een film gezien afgelopen week; 'Towelhead, nothing is private'. Over een meisje dat zich geen raad weet met haar eigen seksuele ontwikkeling omdat haar ouders haar hier niks zinnigs over leren. Oh, ja, ik ging dus bowlen. Bij aankomst was het berendruk op de bowlingbaan, alles bezet en ik had niet gereserveerd. Leek me niet nodig, tenslotte waren we de enige spelers, de laatste keer dat ik ging bowlen, de avond voor mijn operatie. Over een uur zou er plek zijn, we besluiten te wachten. Ondertussen raak ik mijn gezelschap steeds kwijt in de drukte van de bar en de onoverzichtelijk ingerichte locatie. Tegen de tijd dat we mogen bowlen, willen Sam en Aaf niet meer. Sam heeft teveel pijn. Ik schaam me diep in mijn droom, hoe kon ik überhaupt bedenken om Sam te vragen te gaan bowlen onder de omstandigheden. Hij heeft het golfen op moeten geven doordat hij kanker heeft, waarom zou hij in godsvredesnaam kunnen bowlen dan??

Ik word wakker omdat er aangebeld wordt. Ik sta op om te gaan kijken, dat was niet nodig, Strato is er gewoon. Hij is alweer terug. Hij heeft mijn fiets voor 'APK' naar de fietsenmaker gebracht en de computerproblemen bij zijn vader thuis opgelost. Sinds het goede nieuws van gisteren heb ik 5 boeketten ontvangen van lieve vrienden en familie. Ik kom vazen tekort, er staan ook nog mooie boeketten van eerder van nog meer lieve familie en vrienden. Mijn huis is een bloemenzee, het is overweldigend.

Voor het eerst sinds de operatie kam ik mijn eigen haar! Winst! Mijn linker-tepel doet het ook nog, heb ik ontdekt, ondanks dat er aan mijn zenuwen is 'gesloopt' dus nog een keer 'winst'! Mijn schoonmoeder komt vandaag Boefje terug brengen na een logeerpartij van bijna twee weken, nog meer reden om blij te zijn. Het duizelt me. Beduusd zit ik tussen alle bloemen. Vandaag ervaar ik momenten alsof alles weer vanouds is, alsof het hele gebeuren achter me is, dat is niet zo. Dat bewijzen de bloemen en de 45 mailtjes die ik vandaag ontvang. Zo is 'mijn leven' normaal gesproken niet. Ik ben blij én ik ben er nog lang niet. Het is verwarrend.

Ik wil wel even naar buiten, het is erg mooi weer en 'ik zie door de bloemen mijn leven niet meer' . Met Strato en mijn schoonmoeder gaan we naar Kreeftdicht om te lunchen. Als Strato en zijn moeder bij het buffet eten en drinken halen, zit ik alleen aan een lange tafel buiten met schuin tegenover mij een meneer. De meneer is een bijzonder portret, dat zie je zo. Hij eet ijs en patat, hij smakt en boert een beetje, maar niet om andere mensen te pesten. Ik heb er geen problemen mee. Hij staat op om naar de kaft van een boek te kijken wat naast een mevrouw ligt, aan een ander tafeltje. Ook staat hij op om stukken brood van een dienblad te halen, op de hoek van een andere lange tafel. Ik zie ook hier allemaal geen probleem in.

Even later verschijnt 'de bedrijfsleiding' ze vraagt aan mensen aan de tafel waar het brood op lag of ze last van hem hebben. Die mensen hebben, net als ik, helemaal geen last van de meneer. 'De bedrijfsleiding' verdwijnt weer om na nog enkele minuten naar buiten te komen om de meneer een 'laatste waarschuwing' te geven voor zijn vermeende lastige gedrag, wat naar zeggen van 'de bedrijfsleiding' niet de eerste keer is. 'De bedrijfsleiding'  schetst een ander plaatje van het 'brood-incident' dan wat er werkelijk heeft plaats gevonden. De meneer heeft niemand lastiggevallen, het brood lag op een 'eenzaam' achtergelaten dienblad, hij motiveert dat hij het voor de eendjes heeft gepakt. Volgens 'de bedrijfsleiding' mag hij dit niet doen. Waarom niet? Nette mensen gooien geen eten weg! Ik bemoei me er niet mee, daar heb ik spijt van.

De mensen aan de andere tafel bemoeien zich er ook niet mee. Als 'de bedrijfsleiding' weer verdwenen is en de meneer beduusd achtergelaten, staat er iemand van de andere tafel op en geeft de meneer ongevraagd geld. Koopt hij zich 'vrij' omdat hij net als ik niets gedaan heeft? Het is goed bedoeld, maar of dat niet 'vlek op vlek' is voor de meneer in kwestie, dat vraag ik me sterk af. Volgens mij is die meneer geen gevaar voor de samenleving en heel wel mogelijk ook geen geldbehoeftige zwerver.

De meneer proclameert 'Je ne regrette rien!' tegen de meneer die hem geld geeft omdat dat een Fransman is, daarna vertrekt hij met stille trom en brengt netjes zijn ijs- en patatschaaltje naar de afruimband. Dat zou een zogenaamd 'sociaal gewenst' persoon, die net zo'n publieke uitbrander heeft gekregen van 'de bedrijfsleiding' niet doen, die zou kwaad zijn en de 'troep' laten staan, dit hier is een heer van een zeldzame soort!

Ik deed dus niks, ik heb me verstopt in een mailtje aan Fred, die over zichzelf leest in mijn blog.
Het blog wat over mij gaat en niet per se de werkelijkheid vertegenwoordigd voor de mensen die ik opvoer. Ik voel soms schaamte over wie of wat ik mensen publiekelijk laat vertegenwoordigen. Soms merk ik aan mijn lezers die in het verhaal voorkomen dat ze iets willen 'rechtzetten' of onzeker worden. Het is allemaal 'slechts' mijn beleving en ik ben onderhevig aan mijn eigen gemoed. Waarom doe ik het dan? Ik weet het niet! Het moet, het is 'overlevingsstrategie', al lijkt het daar niet op want ik geef mezelf bijna helemaal weg, stel me kwetsbaar op. Wat is de functie daarvan? 'Don't kick me when I'm down?'

Nu ben ik niet meer blij, ik ben verdrietig. Het is ingewikkeld allemaal en terwijl ik 'gedragen' wordt door zoveel lieve en kundige mensen om me heen, doe ik niks voor die ene meneer, die alleen zit op een terras en publiekelijk vernederd wordt. Hij zag mijn 'dikke portemonnee' (door alle stuivers en bonnetjes) en liet toen spontaan zijn 'dunne portemonnee' zien, dat was lief en grappig. Deze dag is vol van symboliek, het duizelt me en het wordt nog erger....

Deze week belde tante Joyce, ze heeft een 'sieraadje' van oma voor me en dat wil ze komen brengen, haar stem brak een beetje. Vanmiddag komt tante Joyce. Ze geeft me een hangertje van goud met een grote, bolle, rode steen daarin. Ik had er geen weet meer van en als ik het zie, herken ik het toch meteen. Dit droeg mijn oma echt. Ik ben ongelofelijk blij, ik leen dit graag. Ik hoef het niet te lenen, ik mag het hebben. Vertwijfeling, waarom mag ik dit hebben? Ik heb hier geen recht op! We zijn met zovelen in deze familie, ik sta niet bovenin de 'familieboom'. Ik breek, mijn tante breekt. Ik kan het alleen aannemen als ik ongevraagd beloof dat ik de hanger ook weer goed en welbesteed zal doorgeven aan iemand in onze familie die hier ook aan hecht en die het t.z.t. wellicht nodig heeft, net als ik nu.

Ik wil de hanger direct om, maar er zit geen ketting aan. Als Strato en ik later Boefje uit gaan laten, heb ik de hanger in mijn broekzak, in mijn hand. Ik mis mijn oma enorm! Ik bel Hugo of hij een gouden ketting heeft liggen. Die heeft hij niet, maar dit gaan we gauw regelen. Ik doe er vanavond wel een 'touwtje' aan of misschien vind ik wel een andere, tijdelijke ketting. de hanger is nooit schoongemaakt en nooit gedragen nadat mijn oma is overleden. Het armatuur is 'vies', het maakt me niet uit, het 'is' mijn oma. Ik moet mijn andere tante ook bedanken omdat zij mij dit net zo heeft gegund als haar zuster Joyce. Ik ben te geëmotioneerd vandaag.

Hoe maak ik dit allemaal ooit nog goed met iedereen??

Muziek: 'Iedereen is van de wereld' van The Scene