donderdag 8 augustus 2013

Feestmaal


Als iemand nog één keer tegen met zegt dat 'het goed komt', dan duw ik hem of haar in de struiken!! -Dan valt hij of zij niet zo hard, dat zou ik niet willen want ik ben geen gewelddadig mens.-

Laatste dag naar Ploeger vóór de operatie. Ik ben een beetje schuw geraakt de laatste paar weken, ik ben sowieso een beetje een kluizenaar en loop nu hele dagen 'in de gaten' bij iedereen. Ik ren zo hard mogelijk naar binnen en als collega’s naar me kijken met puppy-ogen en willen weten hoe het nu gaat, dan roep ik iets te hard en te blijmoedig, ‘maar het komt goed hoor, het komt goed!’ om me er zo snel mogelijk vanaf te maken. Begrijp me, ik vind iedereen even lief en raak geregeld geëmotioneerd door alle liefde en vriendelijkheid, maar het is ook een beetje overweldigend allemaal.

Eenmaal goed en wel achter mijn eigen bureau, gaat het wel weer. Ik sleep met mappen van het kantoor van Fred naar mijn bureau en weer terug. Ik ben aan het werk en  concentreer me hierop. Ik schrik dan ook een beetje als ik ineens een hand de lucht in zie gaan, ik kijk op en zie de guitige blik van Fred. ‘Heeeeeeeeeej, Allie!!..... 'Ja, hoi Fred', hou daar eens mee op! Zo is tie hoor, altijd geweest, maar als de roedel verstoord is, schakelt hij nog een tandje bij.

Later vraag ik aan Fred hoe het werkt met de Arboarts, wordt deze direct ingeschakeld, of volgt dat later? Fred wuift het weg, daar hoef ik me allemaal geen zorgen om te maken, dat regelt hij. Ja, dat begrijp ik. Ik wil alleen maar weten hoe dat dan in zijn werk gaat. Fred legt uit en ik begrijp het. Bovendien zal hij zorgen dat de Arboarts of PZ zich niet teveel met mij bemoeien, hij is mijn baas, hij zorgt voor mij en regelt het met mij. Dat is mooi, dat zou ik niet anders willen. Als er iemand voor je kan zorgen in zekere zin, dan is dat Fred.

Aan het einde van mijn werkdag, moet er natuurlijk een soort van afscheid genomen worden, normaal wensen we elkaar dan een fijne vakantie als we elkaar een paar weken niet zien, maar dat kan niet zo nu. Ik probeer zo onopvallend mogelijk het kantoor te verlaten, ik roep 'Daaag' en helaas, het werkt niet. Ik word nog even teruggeroepen, mijn collega's wensen me veel sterkte. Zo hoort het ook, maar ik wil vluchten.

Thuis wachten ik en Strato op mijn broer, hij komt ons halen. Vanavond bakt mijn moeder pannenkoeken met spek voor mij, bij mijn broer thuis. Het is leuk en gezellig, we zitten aan de bar en krijgen om beurten een pannenkoek op ons bord. Ondertussen geven we mijn nicht van 0 door, zodat iedereen de kans krijgt om zijn of haar pannenkoek met smaak op te eten. Toe eten we mokkataart, daar had mijn broer om gevraagd, ook door mams gemaakt. Het is een feestmaal, veel te heftig een mokkataart na pannenkoeken, maar hé, ik word tenslotte geopereerd over 4 dagen. Zij hebben het niet over mij of over kanker, ik heb het niet over mij of over kanker. Dat bevalt me prima deze avond. Jammer dat ik me niet lekker voel, ik ben brak, moe, heb het warm.

Ik drink een paar slokjes wijn, maar het valt niet lekker, het zweet breekt me uit. Mooi moment om te stoppen met drinken voorafgaand aan de operatie. Michael komt tegen 9 uur ook op ons 'feest', hij lust geen pannenkoeken en krijgt huisgemaakte nasi, alweer van moeders hand. Het zweet breekt hem ook uit, maar dat komt omdat hij altijd ruimhartig de pittigste sambal die er te koop is over zijn eten smeert.

In bed kijken Strato en ik nog een sci-fi film met Tom Cruise, het is een beetje een saai verhaal en doet ons toch verdacht veel denken aan Scientology voor zover we daar verstand van hebben. Halverwege voer ik nog een gesprek met Strato over onze situatie. Het is echt heel lastig allemaal. Dan wil ik graag chips, maar dat hebben we niet om het nog erger te maken. We lossen het op met dunne crackers met smeerkaas, je moet er ook zelf wat van maken namelijk.

Ik ga slapen zonder dat ik heb gedronken en zonder Oxazepam en de volgende dag blijkt dat ik prima geslapen heb, dat gebeurt niet vaak, het maakt me blij.