Als iemand nog één keer tegen met zegt dat 'het
goed komt', dan duw ik hem of haar in de struiken!! -Dan valt hij of zij niet
zo hard, dat zou ik niet willen want ik ben geen gewelddadig mens.-
Laatste dag naar
Ploeger vóór de operatie. Ik ben een beetje schuw geraakt de laatste paar
weken, ik ben sowieso een beetje een kluizenaar en loop nu hele dagen 'in de
gaten' bij iedereen. Ik ren zo hard mogelijk naar binnen en als collega’s naar
me kijken met puppy-ogen en willen weten hoe het nu gaat, dan roep ik iets te
hard en te blijmoedig, ‘maar het komt goed hoor, het komt goed!’ om me er zo
snel mogelijk vanaf te maken. Begrijp me, ik vind iedereen even lief en raak
geregeld geëmotioneerd door alle liefde en vriendelijkheid, maar het is ook een
beetje overweldigend allemaal.
Eenmaal goed en
wel achter mijn eigen bureau, gaat het wel weer. Ik sleep met mappen van het
kantoor van Fred naar mijn bureau en weer terug. Ik ben aan het werk en concentreer me hierop. Ik schrik dan ook een
beetje als ik ineens een hand de lucht in zie gaan, ik kijk op en zie de
guitige blik van Fred. ‘Heeeeeeeeeej, Allie!!..... 'Ja, hoi Fred', hou daar eens
mee op! Zo is tie hoor, altijd geweest, maar als de roedel verstoord is,
schakelt hij nog een tandje bij.
Later vraag ik aan Fred hoe het werkt met de Arboarts, wordt deze direct ingeschakeld, of volgt dat
later? Fred wuift het weg, daar hoef ik me allemaal geen zorgen om te maken, dat
regelt hij. Ja, dat begrijp ik. Ik wil alleen maar weten hoe dat dan in zijn
werk gaat. Fred legt uit en ik begrijp het. Bovendien zal hij zorgen dat de
Arboarts of PZ zich niet teveel met mij bemoeien, hij is mijn baas, hij zorgt
voor mij en regelt het met mij. Dat is mooi, dat zou ik niet anders willen. Als
er iemand voor je kan zorgen in zekere zin, dan is dat Fred.
Aan het einde van
mijn werkdag, moet er natuurlijk een soort van afscheid genomen worden, normaal
wensen we elkaar dan een fijne vakantie als we elkaar een paar weken niet zien,
maar dat kan niet zo nu. Ik probeer zo onopvallend mogelijk het kantoor te
verlaten, ik roep 'Daaag' en helaas, het werkt niet. Ik word nog even
teruggeroepen, mijn collega's wensen me veel sterkte. Zo hoort het ook, maar ik
wil vluchten.
Thuis wachten ik
en Strato op mijn broer, hij komt ons halen. Vanavond bakt mijn moeder
pannenkoeken met spek voor mij, bij mijn broer thuis. Het is leuk en gezellig,
we zitten aan de bar en krijgen om beurten een pannenkoek op ons bord.
Ondertussen geven we mijn nicht van 0 door, zodat iedereen de kans krijgt om
zijn of haar pannenkoek met smaak op te eten. Toe eten we mokkataart, daar had
mijn broer om gevraagd, ook door mams gemaakt. Het is een feestmaal, veel te heftig
een mokkataart na pannenkoeken, maar hé, ik word tenslotte geopereerd over 4
dagen. Zij hebben het niet over mij of over kanker, ik heb het niet over mij of
over kanker. Dat bevalt me prima deze avond. Jammer dat ik me niet lekker voel,
ik ben brak, moe, heb het warm.
Ik drink een paar
slokjes wijn, maar het valt niet lekker, het zweet breekt me uit. Mooi moment
om te stoppen met drinken voorafgaand aan de operatie. Michael komt tegen
9 uur ook op ons 'feest', hij lust geen pannenkoeken en krijgt huisgemaakte
nasi, alweer van moeders hand. Het zweet breekt hem ook uit, maar dat komt
omdat hij altijd ruimhartig de pittigste sambal die er te koop is over zijn
eten smeert.
In bed kijken Strato en ik nog een sci-fi film met Tom Cruise, het is een beetje een saai verhaal en doet
ons toch verdacht veel denken aan Scientology voor zover we daar verstand van
hebben. Halverwege voer ik nog een gesprek met Strato over onze situatie. Het is
echt heel lastig allemaal. Dan wil ik graag chips, maar dat hebben we niet om
het nog erger te maken. We lossen het op
met dunne crackers met smeerkaas, je moet er ook zelf wat van maken namelijk.
Ik ga slapen
zonder dat ik heb gedronken en zonder Oxazepam en de volgende dag blijkt dat ik
prima geslapen heb, dat gebeurt niet vaak, het maakt me blij.