woensdag 31 juli 2013

Adem in, adem uit


Iemand zegt: 'Was je nog maar negenendertig'.

Om kwart voor negen word ik wakker van een whats-app van Edgar. Chips, Fred is terug! Edgar verontschuldigt zich, hij heeft het aan Fred verteld, 'wat moest hij anders?' Ik ben het met hem eens, 'wat moest hij anders?' Ik had nog niet verwacht dat Fred er alweer zou zijn, dus aan dat idee moet ik even wennen. Wéér iemand op de hoogte brengen vandaag. Ook wel weer handig, want ik heb Jos ook nog niet gezien en dan kan ik dat verhaal in één keer doen (dat is mijn praktische, opgeruimde aard, heb ik van mijn moeder).

Als ik aan kom fietsen bij Ploeger, staan Fred en Bianca buiten. 'Alles goed meid?' roept Fred uitbundig. 'Nou, uh, nee Fred' zeg ik, 'niet alles goed'. Fred zegt dat hij dit al had vernomen en Bianca wrijft over mijn arm. Ik wil zo snel mogelijk naar binnen.

Bij Ploeger is het nog steeds komkommertijd en wat ben ik moe zeg. En dat terwijl ik 10 uur, en lekker bovendien, geslapen heb vannacht. Niet in de laatste plaats vanwege het innemen van 2 oxazepammen. Ik wilde even geen risico nemen na mijn 'vertigo' van gisteren. Pfff, vervelend hoor zo duizelig zijn dat je omvalt. Daar heb ik vandaag geen last van! Fred vindt dat ik hem gewoon had kunnen bellen tijdens zijn vakantie, hij maakt grapjes omdat hij onze 'voorman' is en het nieuws over mijn gezondheid als 'laatste' verneemt.

Om 4 uur belt Allison mijn naamgenoot en 'mijn' psychiatrisch verpleegkundige. In het AVL wilde de MCV me graag kennis laten maken met hun CPV (consultatief psychiatrisch verpleegkundige) want die heeft in het bijzonder verstand van psychiatrie in relatie tot kanker. 'Mijn PV' heeft in het bijzonder verstand van MIJ! Ik ben blij haar te spreken en terwijl ik haar mijn situatie schets en behoorlijk eerlijk durf te zijn over wat ik denk en voel, hoor ik mezelf praten en word hier zelf direct ook rustig van. We spreken af om regelmatig contact te hebben, ze zal me volgen en bijstaan in dit proces. Dat is fijn, ik heb alle vertrouwen in Allison en ga haar hulp nodig hebben komende tijd.

Als ik Boefje uitlaat en geniet van de aangename temperatuur en mijn eigen buurtje, heb ik de laatste dagen steeds vaker dat ik ineens stilsta bij het feit dat ik wel eens 'iemand' tegen kan komen en dat, zoals we dat altijd allemaal doen, er gevraagd wordt hoe het met me gaat. Nooit last van gehad, ben niet sociaal uitgedaagd, tenminste als het om algemene beleefdheden gaat voor zover ik dat zelf kan toetsen, maar nu krijg ik het benauwd van het idee. Je WEET NIET wie je mogelijk tegenkomt, ik WEET NIET wat ik dan ga zeggen. En prompt kom ik een jongen tegen die ik ken van vroeger, lieve knul. Hij ziet me en neemt zelfs de moeite om een stukje achteruit te rijden, het raam open te draaien en ja hoor, te vragen hoe het met me gaat. 'Ja, best' lieg ik aarzelend.

Ik lees op de site van het AVL een stukje informatie over de mogelijke oorzaken van borstkanker. Achter een aantal 'bolletjes' staan een aantal duidende zinnen. Eén zin blijft aan me plakken; 'Geen kinderen krijgen of pas na het 35ste jaar de eerste zwangerschap'. Behalve dan dat dit van toepassing is op mij -een aantal andere 'bolletjes' zijn mogelijk ook van toepassing- steekt het me ook. Het is wetenschap, een bevinding, staat niet ter discussie in mijn 'peanut-brain', maar impliciet staat er dat het een straf van de natuur is omdat ik niet voldaan hebt aan mijn 'natuurlijke roeping'. Gaat het ff niet?! Die uitspraak heb ik van een collega, die enkele jaren geleden overleden is aan de gevolgen van slokdarmkanker, ik vind het een briljante uitspraak en vond hem een heel fijne collega, 'droog', aards en gevoelig.

De voorspelling die door de chirurg gedaan is vorige week, dat ik deze week mogelijk ingepland zou worden voor de operatie, ze heeft het vast met potlood genoteerd, laat ik los. Het is woensdag. Het wordt minstens volgende week, of nog veel later. Adem in, adem uit.