Stephanie haalt me op, we
gaan een bikini kopen voor haar. Het is gezellig en het lukt ook nog met de
bikini. Na anderhalf uur winkelen besef ik ineens dat ik me anderhalf uur lang 'kankervrij' heb gevoeld, dat is echt even fijn. We drinken wat op het
dakterras van V&D en gaan nog even naar H&M waar ik even wil kijken
naar 'strakke' hemdjes voor als ik geen BH wil dragen. Ik haal een hemdje van
een hanger om deze beter te bestuderen en klem de hanger tussen mijn knieën.
Als ik de hanger weer wil pakken, zit deze in het kruis van mijn broek gehaakt.
Hilarisch vind ik dat zelf. Ik zeg tegen Stephanie 'kijk' en ik doe mijn knieën
uit elkaar waardoor zichtbaar wordt dat de kledinghaak aan mijn kruis hangt.
'Dat is wel een beetje gek' zegt Steef enigszins beteuterd. Daardoor vind ik
het nog grappiger, jammer dat Esther er niet is, die had hier ook hard om kunnen
lachen.
Na het winkelen doe ik met
Stephanie nog een naaiklusje bij mij thuis. Ze heeft een tweedehands jurkje, rood
met witte bloemetjes, handgemaakt door iemand. De zomen zijn met hand
omgenaaid. Op de rug moet even een knoopje en een lusje gemaakt worden, anders
gaat de rits vanzelf open. We vinden een mooi, wit, antiek, glazen knoopje.
Deze ligt bovenop in de knopendoos van oma, dus het dienblad wat ik erbij gehaald heb
om de knopendoos om te keren is heel niet nodig. Soms lacht het geluk je toe.
Als Steef weg is, laat ik Boefje uit. Ik heb zin in een glaasje witte wijn, dat heb ik niet dus ik beslis
om even bij Hugo langs te wapperen. Als hij open doet, zegt hij dat hij
dronken is en aan het koken. Ik mag binnenkomen. Niet veel later blijkt dat Hugo niet lekker in zijn vel zit. Al een paar weken gaat het eigenlijk niet.
Ik vraag of zijn eega en/of zijn beste vrienden hiervan op de hoogte zijn. Nee,
hij is alleen met zijn depressie. Hij heeft het zwaar op zijn werk en sociaal,
heeft last van een 'kort lontje'. Ik probeer hem te troosten, hij huilt met het
licht uit. Hij vindt zichzelf enorm stom, mijn problemen zijn wat hem betreft
groter. Dat vind ik niet per se en bovendien zie ik niet in waarom 'mijn
mensen' mij nu zouden moeten ontzien. Ieder zijn eigen 'shit' en hier is ruimte
voor. Ik probeer hem op te beuren door te zeggen dat ik het wel fijn vind dat
het 'even niet over mij' gaat. Het helpt niet echt. Ik probeer ook nog 'van de
week heb ik tegen jou aan zitten janken, staan we nu weer quitte'. Dit helpt
ook niet. Hij is echt depressief. Later op de avond lukt het me wel om hem aan
het lachen te maken, maar daarbij verslikt hij zich vreselijk in een slok
water, de wijn was allang op toen ik verscheen. Het zit soms niet mee en dat is
wel vervelend, maar het geeft niks.
Muziek: Ik luister al
dagen bij het slapen gaan naar 'Lady
& Bird'