donderdag 25 juli 2013

AVL 3.4 Koopavond


Stephanie haalt me op, we gaan een bikini kopen voor haar. Het is gezellig en het lukt ook nog met de bikini. Na anderhalf uur winkelen besef ik ineens dat ik me anderhalf uur lang 'kankervrij' heb gevoeld, dat is echt even fijn. We drinken wat op het dakterras van V&D en gaan nog even naar H&M waar ik even wil kijken naar 'strakke' hemdjes voor als ik geen BH wil dragen. Ik haal een hemdje van een hanger om deze beter te bestuderen en klem de hanger tussen mijn knieën. Als ik de hanger weer wil pakken, zit deze in het kruis van mijn broek gehaakt. Hilarisch vind ik dat zelf. Ik zeg tegen Stephanie 'kijk' en ik doe mijn knieën uit elkaar waardoor zichtbaar wordt dat de kledinghaak aan mijn kruis hangt. 'Dat is wel een beetje gek' zegt Steef enigszins beteuterd. Daardoor vind ik het nog grappiger, jammer dat Esther er niet is, die had hier ook hard om kunnen lachen.

Na het winkelen doe ik met Stephanie nog een naaiklusje bij mij thuis. Ze heeft een tweedehands jurkje, rood met witte bloemetjes, handgemaakt door iemand. De zomen zijn met hand omgenaaid. Op de rug moet even een knoopje en een lusje gemaakt worden, anders gaat de rits vanzelf open. We vinden een mooi, wit, antiek, glazen knoopje. Deze ligt bovenop in de knopendoos van oma, dus het dienblad wat ik erbij gehaald heb om de knopendoos om te keren is heel niet nodig. Soms lacht het geluk je toe.

Als Steef weg is, laat ik Boefje uit. Ik heb zin in een glaasje witte wijn, dat heb ik niet dus ik beslis om even bij Hugo langs te wapperen. Als hij open doet, zegt hij dat hij dronken is en aan het koken. Ik mag binnenkomen. Niet veel later blijkt dat Hugo niet lekker in zijn vel zit. Al een paar weken gaat het eigenlijk niet. Ik vraag of zijn eega en/of zijn beste vrienden hiervan op de hoogte zijn. Nee, hij is alleen met zijn depressie. Hij heeft het zwaar op zijn werk en sociaal, heeft last van een 'kort lontje'. Ik probeer hem te troosten, hij huilt met het licht uit. Hij vindt zichzelf enorm stom, mijn problemen zijn wat hem betreft groter. Dat vind ik niet per se en bovendien zie ik niet in waarom 'mijn mensen' mij nu zouden moeten ontzien. Ieder zijn eigen 'shit' en hier is ruimte voor. Ik probeer hem op te beuren door te zeggen dat ik het wel fijn vind dat het 'even niet over mij' gaat. Het helpt niet echt. Ik probeer ook nog 'van de week heb ik tegen jou aan zitten janken, staan we nu weer quitte'. Dit helpt ook niet. Hij is echt depressief. Later op de avond lukt het me wel om hem aan het lachen te maken, maar daarbij verslikt hij zich vreselijk in een slok water, de wijn was allang op toen ik verscheen. Het zit soms niet mee en dat is wel vervelend, maar het geeft niks.

Muziek: Ik luister al dagen bij het slapen gaan naar 'Lady & Bird'