Requiem voor Samuel: The Negotiator
Samuel staat op
mijn voicemail en ik ben blij zijn stem te horen. Hij zegt met gewichtige intonatie: 'Hallo met Samuel,
je medepatiƫnt'. Ik bel terug en de volgende dag hebben we een afspraak, dan is
het dinsdag 30 juli 2013. Samuel loopt slecht, is afgevallen en zijn normaal dikke
bos haar is flink uitgedund. Aan zijn gemoed mankeert hij echter niets.
Samuel verteld
over zijn van oorsprong Franstalige oncoloog. Hij noemt hem 'meneer Tumeur'.
Kijk, dat vind ik nou grappen! Daar vinden we elkaar altijd. Behalve dat ik
hartelijk kon lachen om te grappen van Samuel, kon hij ook altijd hartelijk
lachen om mijn grappen. Dat gaf mij een enorm goed gevoel. Als het mogelijk een
ongepaste grap betrof, vanwege de aard van de grap of het moment waarop deze
gemaakt werd, dan lachte hij met zijn mond dicht, maar eigenlijk des te harder
met zijn schouders schokkend en dat vond ik op mijn beurt weer hilarisch.
Ooit was Samuel mijn baas. Hij kwam mij bij de eerste kennismaking 'streng maar rechtvaardig'
over. Niet veel later bleek hij helemaal niet streng, maar wel rechtvaardig.
Wij werden snel vrienden en schiepen evenveel genoegen in het uithalen van
gekkigheid. Mijn gekkigheid wat serieuzer van aard, een kunstenaar in de maak, en
die van Samuel leek meer op het uithalen van kattenkwaad. Na verloop van tijd
en gebeurtenissen op het werk, heb ik Samuel de naam 'The Negotiator'
toegedicht en zo ben ik hem altijd blijven noemen. Ook lang nadat ik een
afvallige van de 'familie Van Waard' ben geworden.
Samuel en ik
bleven vrienden, Aaf en ik werden ook vrienden. Ik werd vormgever, Aaf werd
fotograaf en Samuel bleef Samuel.
Samuel hield van
sport, maar eigenlijk nog meer van wedijver. Als hij dacht dat hij bij een
bepaalde sport of bezigheid niet de potentie had om de beste te worden, dan
begon hij er niet aan, onze strateeg! Hij speelde graag kleine quizjes met ons
om onze kennis te testen. Ik heb me altijd enorm vermaakt met deze spelletjes
van Samuel. Niet met name vanwege de vragen die hij dan stelde, maar om zijn
manier van doen. Met veel omhaal en een wijsvinger kondigde hij de quizronde
aan. Vaak gevolgd door een set van regels en voorwaarden voor het spel en dan
ook nog een uitgebreide inleiding. Vaak zag ik allang aan zijn neus dat er een
quiz aan zat te komen. Samuel kon enorm ondeugend kijken.
Aaf staat op mijn
voicemail. Ik hoor het al aan haar stem: 'Allis, met Aaf, wil je me even bellen
vandaag?' Ik bel Aaf en we zijn beiden even stil aan te telefoon. Aaf zegt:
'Het is niet goed met Sam'. Ik zeg: 'Ik hoorde het al aan je stem'. Het is 19
september 2013. Samuel is gisternacht overleden in zijn slaap. Ergens zag ik
het wel aankomen, maar net als iedereen, ben ik hier niet klaar voor, dit ging
veel te snel. Samuel is onmisbaar. Voor mij kon Samuel niet stuk. Hij noemde
zichzelf mijn 'buddy', de laatste keer dat we elkaar zagen. Ik mocht hem altijd
bellen, hij mij ook. Ik heb hem niet meer gesproken, we hebben geen tijd meer
gekregen.
Samuel en ik
voelden elkaar goed aan. Ik had een 'dingetje' voor Samuel, ik ga hem missen.
Ik denk nu aan Aaf
en Julian, die niet alleen dit te verwerken hebben, maar nog een ander zwaar
traject te gaan dat geen uitstel duldt. Ik wil graag helpen 'dragen'. Graag wil
ik nu hun 'buddy' zijn. 'Aaf en Julian, ik zie jullie in ons clubhuis!'