Glow in the dark
Esther haalt me op
om half tien. Ze gaat met me mee naar AVL want ik moet vandaag niet alleen
bestraald worden, maar krijg ook een nucleair hartonderzoek. Dit laatste is
blijkbaar nodig vanwege de voorgenomen chemokuren. Voor mij een teken aan de
wand dat chemokuren 'iets heel ergs is'.
We zijn te vroeg
in het AVL en ik mag ook direct bestraald worden, we zijn ruiterlijk te vroeg
in de wachtkamer van de Nucleaire afdeling. Esther en ik maken grappen, want dat
doen we graag en het leidt lekker af. Ik weet niet eens of ik een infuus krijg
of een injectie. De internist heeft gevraagd of ik claustrofobisch ben, dus ik
moet vast in een 'gekke' tunnel van een apparaat. Het zal allemaal wel. Ik heb
geen oxazepam genomen, ik zie het wel soort van zitten vandaag.
Ik zie Cristien langslopen en roep haar. Ze kijkt een beetje geschrokken naar me. Dat ben ik
wel gewend geraakt de laatste dagen, het is mijn haar. Cristien zegt dat ze
mijn nieuwe haar wel stoer vindt, maar me niet herkende zo. Ze vindt het
allemaal erg ellendig voor me, dat ik hier nu zit en wat er allemaal nog met me
gaat gebeuren. Het is toch blijkbaar heel anders om hier te werken, dan om hier
patiƫnt te zijn. Cris en ik praten nog even over onze wederzijdse neef van 6
jaar. Cris is pas met hem naar Naturalis geweest en ik naar Boerhaave Museum.
Ik zeg tegen haar dat het wel leuk is dat onze neef twee 'museumtantes' heeft.
Dan wordt ik
geroepen, het is Dokter McGyver weer! Net als vorige keer heb ik eerder mijn bh
uit dan dat hij de kleedcel achter me dicht kan doen. Het lijkt wel of ik hem
een beetje in verlegenheid breng. Tegelijkertijd kan ik me dat ook niet helemaal
voorstellen. Hij ziet hier de hele dag halfnaakte mensen. In mijn fantasie zijn
de meeste vrouwen ontbloot van boven vanwege borstkanker en de meeste mannen
ontbloot van onder vanwege prostaatkanker. Daar klopt natuurlijk geen snars
van, maar ik vind het een grappige gedachte.
Mijn shirt mag
overigens weer aan, ze 'kijken' door mijn kleding heen, behalve als mijn bh
'rubber' vulling heeft. Ik vermoed van niet, maar trek deze dus voor de
zekerheid maar wel uit. Ik ga gewoon onder precies hetzelfde apparaat als bij
de vorige scintigrafie. Niks geen claustrofobische tunnel. Wel weer een plaat
die belachelijk dichtbij mijn lijf en gezicht komt. Dokter McGyver doet even
een '45 graden test' en '30 graden test'. Het hart ligt niet bij iedereen
hetzelfde. Voor mij blijkt de '30 graden' optie de beste. Dit keer geen hengel
en magneetbord of een infuuszakken-kapstok om me aan vast te houden. Ik mag
gewoon op mijn rug liggen met mijn armen op mijn buik. Dat mag anders nooit! Ik
moet altijd mijn armen uit de buurt van mijn borsten.
Wel eerst nog even
met mijn rechterarm op een verrijdbaar tafeltje. Ik zie geen infuuszak, wel een
injectiespuit met transparante vloeistof. Ik krijg een tourniquet om en moet
een vuist maken. De ader is gevonden, maar in plaats van dat de spuit erin
gaat, mogen de band en mijn vuist weer los. Dokter McGyver gaat even het
radioactieve middel halen wat ingespoten gaat worden. Hiertoe heeft hij een
heel klein metalen kistje met een naar verhouding te groot hengsel. Het is net
een minigereedschapskist, of miniviskoffer of minilunchbox. Het ziet er heel
koddig uit, een grote man aan de wandel met zijn minikist.
Als hij terug is
met minikist met inhoud, kijk ik nergens meer naar. Ik wil het niet weten. Ja,
nu wil ik het wel weten, maar op dat moment even niet. Het prikken valt erg mee
en hoe het radioactieve spul uit het kistje in de spuit en in mijn arm is
gekomen weet ik niet. Ik voel het spul ook niet tegendraads in mijn lijf
stromen, het wordt niet koud, het wordt niet warm. Het voelt als niks
bijzonders. Al mag ik de rest van de dag geen direct contact meer hebben met
kinderen en zwangere vrouwen.
De scintigrafie
duurt een kwartier. Mijn hartpompfunctie wordt in beeld gebracht, dit vormt dan
de uitgangswaarde. Tijdens de chemokuur krijg ik nog een paar keer dit
onderzoek, hoor ik vandaag. Dit wordt vergeleken met de uitgangswaarde. Als
deze dan afwijkt, moet ik misschien een minder zware chemokuur oppert dokter
McGyver. Zie je, gevaarlijke business chemokuren!
Ik heb Esther van
te voren gevraagd of ze wel met me in de auto wil zitten als ik radioactief
ben. Het kan haar niet schelen. Als het lot het wil, dan wordt ze eventueel
toch ziek of niet, dat merkt ze wel. Ik opper dat het wellicht helpt dat ik
radioactief ben, dan behandel ik haar ook meteen preventief met dezelfde vaart.
Ik fiets die
middag naar een paar winkels, dat heb ik gistermiddag ook al gedaan, maar ben
toen weer eens de helft vergeten. Mijn schoonmoeder belt of ik haar wil zien.
Tuurlijk, ze heeft de sleutel sinds vorige week. Ik zie haar zo wel als ik weer
thuis ben. Ik ben eerder thuis met 2 zware tassen boodschappen en onder mijn
ene arm een pak wc-papier en onder mijn andere arm een pak keukenrollen, en
vooral met nieuwe voorraad chocola. Ik kan er weer even tegenaan. Moet wel
eerst gaan zitten voordat ik op kan ruimen.
s ‘Avonds uit
eten, uitnodiging van mijn schoonvader. We gaan bij onze knuffel Italiaan eten.
De laatste keer dat ik hem zag, de avond voor de operatie, heb ik hem beloofd
dat we samen wijn drinken als ik weer kom. Daar houdt hij me aan. Ook al drink
ik eigenlijk, tijdelijk niet meer. De rode wijn die hij uitgezocht heeft is
volgens de omschrijving in de wijnkaart 'goddelijk, bevat antioxidanten, werkt
tegen depressie en is medicinaal'. Dus vooruit maar. De wijn is lekker, de
Italiaan is lief. Hij zegt 'je hebt mijn hart en als je het nodig hebt geef ik
je mijn bloed'. Het is een heel gezellige avond. Strato, zijn broer, de vrouw van
zijn broer, mijn schoonvader. We hebben het leuk met elkaar.
Als ik alleen met Boefje naar huis wandel, voel ik het al. Dat is waarom ik niet meer wil
drinken. Niet vanwege de fysieke gezondheid, maar vanwege de mentale
gezondheid. Ik ben niet dronken, ik ben niet eens aangeschoten. Edoch door de
wijn verlies ik mezelf in een leuke avond, daar is dan niks mis mee, maar
vervolgens knal ik tegen de werkelijkheid aan als ik dan weer alleen op straat
loop. Dat voelt niet lekker, dat wil ik ook niet. Dan maar niet prettig
'verloren' raken in leuk, gezellig samenzijn. Ik wil in de werkelijkheid
blijven, hierin balanceren om er niet over uit te glijden.