Samuel is dood.
De hele ochtend
gaat mijn telefoon, ik neem de eerste zoveel gesprekken niet aan. Ik lig in bed
en slaap al dagen gespannen en heb nare dromen. 's Morgens probeer ik de
dagelijkse werkelijkheid nog even van me af te houden. Uitslapen, rust, moed
verzamelen. Zo doe ik dat. Eenmaal een beetje bij leven, bekijk ik de gemiste
gesprekken. Aaf heeft gebeld, ik luister naar mijn voicemail. Met gesmoorde
stem hoor ik haar vragen of ik haar even wil bellen vandaag. Ik begrijp het al
en bel.
Twee nachten
geleden, in zijn slaap. Ooit mijn baas, toen mijn goede vriend. Samuel hield
van sport en wedijver, speelde kleine quizjes met ons om te kijken hoe slim we
zijn. Ik heb me altijd enorm vermaakt met deze spelletjes van Sam. Niet
alleen vanwege de vragen die hij dan stelde, maar zijn manier van doen. Met veel omhaal en een wijsvinger
kondigde hij de quizronde aan. Vaak gevolgd door een set van regels en
voorwaarden voor het spel en dan ook nog een uitgebreide inleiding. Vaak zag ik
allang aan zijn neus dat er een quiz aan zat te komen. Sam kon enorm
ondeugend kijken en ik had hem altijd meteen door. Wij hielden van dezelfde
grappen en voelden elkaar goed aan. Ik had een 'dingetje' voor Samuel en ik ga
hem missen.
Morgen zal ik Aaf
knuffelen. Dit is geen harden, en 'lag zó niet in de planning' van hun leven.
Geen pensioen voor Samuel, geen vrije tijd voor Aaf en Sam samen. Aaf vraagt
me aan de telefoon hoe het met mij gaat. Ik vertel dat ik erg gespannen ben
voor de aanstaande 'behandel avonturen'. Ze drukt me op het hart dat ik moet
knokken. Ik zeg 'het komt goed' en ik zeg 'met Julian komt het ook goed'. Dat
is de zoon van Sam en Aaf, hij heeft schildklierkanker. Ik hoor het mezelf
zeggen, maar hou niet van die woorden, het is een lege belofte.
Ik ga niet naar Ploeger.
Gisteren ging het eigenlijk al niet echt goed met me. Vandaag kan ik alleen nog
maar janken na het droevige nieuws. Het leven -de natuur- is niet eerlijk, nooit geweest, daar maak ik me dan
gelukkig niet kwaad over. Verdriet is al dat rest. Ik kan hier niet te lang
blijven janken, want ik moet verdomme ook nog bestraald worden vandaag. Dat
gaat gewoon door, het moet!
Mijn huisarts Benjamin belt en zegt heel terecht dat als het een keer echt niet gaat, dat er
best een mouw aan te passen is als ik een dagje bestraling oversla. Tenslotte
bestralen ze ook niet op zater-, zon- en feestdagen. Daar heeft hij natuurlijk
een punt! Ik ben gerustgesteld en ik sla de bestraling niet over vandaag. Ik
regel meteen een afwijkende bestraal-tijd voor maandag, dan is de uitvaart.
Na de bestraling
drink ik koffie in het AVL met Sjors, die is hier op de brommer naartoe
gekomen, onderweg naar een andere afspraak in de stad. Hij zit niet lekker
in zijn vel, ik ook niet, dat kan werken als 'vlek op vlek', maar dat is niet
zo met Sjors en mij. We kunnen goed samen ongelukkig zijn en ons getroost
voelen door de aanwezigheid van de ander. Aan de andere kant van de
koffiewinkel zie ik Hidde, hij zoekt iemand. Dat kan ik onmogelijk zijn, hij
weet niet dat ik hier ben vandaag. Hij ziet mijn nieuwe, 'korte' hoofd en komt even een
praatje maken, vragen hoe het met me gaat. Hij leest mijn blog. Zijn afspraak
verschijnt en Hidde verdwijnt. (Dat rijmt).
Vandaag is ook Boefje bij de arts geweest. Ze loopt mank. Overbelast of artrose. Om te
bekijken of het overbelasting betreft, krijgt ze de komende 10 dagen
pijnstillers, mag niet rennen en moet de trap afgedragen worden. Haar
anaalklieren hoeven er niet uit en ze is voor het komende jaar weer ingeënt. Boefje en ik wandelen naar Hugo, nadat ik vergeten ben dat ik haar de trap af
dien te tillen. Even wennen. Met Hugo eet ik de soep die Stephanie eerder deze
week voor me gemaakt heeft en daarna scheer ik zijn hoofd kaal.
Serie: 'Derek' van Ricky Gervais op Netflix