Strato roept tegen me: 'Hou
je daar nou eens een keer mee op?!' Ik gooi een zakje jelly beans van de
Hema om en de beans rollen als kralen over de vloer, die nodig gezogen moet
worden. Ik moet erom lachen en kijk hem verbaasd aan. Dit is het eerste zakje
jelly beans ooit dat ik omgooi, maar Strato deed zojuist alsof ik dit heel vaak doe. Ik
vraag wat hij bedoelt. Ik was het alweer vergeten, maar even tevoren liet ik de riem
van Boefje hard op de grond vallen, daarvoor liet ik iets in de keuken vallen
en de dag ervoor gooide ik mijn koffie over de bank, alsook een week geleden.
Ik moet weer lachen en zeg tegen Strato dat hij dan ook eens weet hoe dat is,
leven met iemand die van alles omgooit. 'Onhandigheid' heet bij ons namelijk
'Stratoriaans', hij is altijd degene die de boel sloopt en alles omdondert. Mijn
motoriek laat hopelijk slechts tijdelijk te wensen over. De narcose? Te weinig beweging? Een vol of juist
leeg hoofd? Het zal wel een combinatie zijn.
Vandaag bezoek ik Ploeger
en voer ik een gesprekje met Fred over mijn toestand. Stap 2 in mijn proces is
gisteren begonnen en het gaat me niet de koude kleren zitten. Gisteren was ik
energiek en aan het begin van de dag ook wel nijdig, vandaag moe en jankerig. Na de
koffie ga ik met Boefje en Gideon naar het park, dit wordt een korte sessie, ik
ben moe. Mijn plannen om vandaag mijn grote (kanker)prikbord af te knutselen en
't shirts te beschilderen met mijn bestralingstooi gaan niet door. Ik kijk TLC,
haak een kleed af en kruip in bed. Bleeeeh.
Het valt me zwaarder dan
ik dacht, dat beschilderde lijf van mij. Het ziet er ook nogal heftig uit. Toen
de strepen aangebracht werden, waren ze fuchsiarood gekleurd. Na een dag zijn
ze roodbruin als geronnen bloed. De kortste streep, zichtbaar in mijn decolleté
is veranderd in een schaafwondje. Misschien is het een allergische reactie,
misschien heeft de radiodame me gekrast met haar 'schilderstokje', gewoon een satéprikker. De 'tekening'
is lelijk, het is er snel en onregelmatig op mijn lijf gekliederd. De strepen
zijn dik. Ik voel me zelfbewust en verdrietig.
En daar schaam ik me dan
weer voor. De meeste mensen in het AVL zien er 'gewoon' uit, net als ik. De
ellende zit onder de kleren, aan of in het lijf. Aan sommige mensen valt echter direct
te zien wat er aan de hand is en dit is vaak heftig en waarschijnlijk ook
ernstig. Tumoren die je niet kunt verbergen, dat moet vreselijk zijn voor je
eigenwaarde. Daar ben ik dan met mijn 'minikanker' en de geduldige, liefdevolle
begeleiding van de mensen in het AVL. Ik heb niet te zeuren over een paar
tijdelijke strepen op mijn bast, maar doe dat dus toch.