woensdag 25 september 2013

Chocola


Ik ben in het AVL en dan blijk ik zwanger te zijn, niet een klein beetje, maar al zo'n maandje of 5, te zien aan mijn buik. De oncoloog doet lelijk tegen me. Hoe ik het in mijn hoofd haal om zwanger te worden als ik een chemokuur moet. Ik ben in vertwijfeling. Ik leg uit dat ik al zwanger was voor de diagnose. Jammer voor me, volgens de oncoloog. Dit gaat het kind dus niet overleven en die chemokuur die moet. Dan word ik wakker.

Ik heb een beroerde nacht gehad. Deze laatste droom, die herinner ik me, alles wat ik hiervoor gedroomd heb niet. Wat ik wel weet is dat ik meerdere keren letterlijk verstijfd van angst heb wakker gelegen naar aanleiding van mijn dromen. Ik ben naar de klote! Ik moet om 9 uur al in het AVL zijn, dus fiets ik om 8 uur naar Ploeger om de auto te lenen. Het is druk op de snelweg, ik neem een andere autoroute, dit blijkt een uitstekend idee. Trots op mezelf.

Tijdens het bestralen heb ik, net als gisteren, meer moeite met mijn adem inhouden dan voorgaande keren. Ik raak zowat in paniek als het 'aftellen' maar uitblijft. Het is de stress. Ik ben enorm gespannen voor het aanstaande 'onbekende' van het chemokuren. Te verwachten valt dat het juist daardoor en achteraf mee zal vallen, maar hier kan ik mezelf nu niet mee troosten. De spanning weet van geen wijken.

Dokter Almhof zegt dat de meeste mensen gespannen zijn, ze maakt zich meer zorgen om de mensen die dit niet zijn en alles wegwuiven. Ze vindt het een goed idee dat ik met mijn SPV wil praten, ik leg uit dat ik 'motivatie zoek' om aan de aanstaande therapieën te gaan staan. Ze legt uit dat het goed zou zijn als ik 'het kuren' zou kunnen oppakken als iets positiefs. De wetenschap is zo vooruit gegaan de laatste tijd, zo'n mammaprint is fantastisch en ik krijg precies de behandeling die (en ja hoor, daar komt ie weer) mijn KANSEN vergroot. Kankerzooi, dat blijft het! Dokter Almhof is een lieve, betrokken dokter met empathie. Evengoed ben ik geenszins gemotiveerd of minder gespannen vooralsnog. Dat zal ook voor niemand meevallen, mij geruststellen.

Dokter Almhof kijkt even naar het wondje in de plooi van mijn borst, want dit was bijna dicht, maar nu weer steeds groter. Mijn huid heeft last van het bestralen. En ik pulk er ook aan, maar dat zeg ik niet. Twee keer per dag sproeien is het advies van de dokter. Ze zegt niet waarmee, dus ik neem aan dat ze water bedoelt. Ze bewondert het operatiewerk, het ziet er prachtig uit zegt ze. Daar word ik blij van. Ik vind het er zelf ook goed uitzien, maar ik heb geen referentiekader verklaar ik. Dokter Almhof zegt dat ze echt wel vaak slechter 'werk' ziet, met name van mensen die in andere ziekenhuizen zijn geopereerd. Gezegend ben ik met het AVL!

Terug bij Ploeger, rommel ik een half uurtje met mijn mail, besluit eerst dat ik 'gewoon' nog zeker anderhalf uur blijf, maar moet de handdoek alweer in de ring gooien. Ik zeg tegen Fred dat ik naar huis ga. Hij vindt het geen enkel probleem, vraagt niet om een verklaring en toch voel ik me genoodzaakt om deze te geven. Mijn eeuwige gevoel van schuld en incompetentie. Ik voel me waardeloos in alle opzichten en fiets naar huis, ga naar bed.

Pas om 19.00 uur kom ik er weer uit, want dan staat Esther voor de deur, ze gaat Thaise mosselen voor me maken. Ik zit aan tafel en snij de gember, rode peper, knoflook en ik kneus de sereh. Dat wordt lekker, dat zie je zo! Esther begrijpt dat ik de 'motivatie' niet kan vinden. 'Zo enthousiast staan wij nou ook weer niet in het leven' zegt ze. En zo is het. Toen ik met mijn hond buiten liep, bedacht ik dat ik twee soorten dagen of uren heb 'ik ben niet blij' of 'ik ben blij'. Zonder omhaal, zonder misten en maren. Rechttoe, rechtaan. Ik heb geen reserves, niets om op te gaan zitten teren als ik straks ziek ben van de chemo, niets om in te zetten om het geduld te oefenen tot ik weer 'beter' ben.

Esther heeft net als Strato en Stephanie, hardop tegen me gezegd dat ze zich heeft afgevraagd hoe het zou zijn als ik er niet meer zou zijn. Dat ziet ze net als Strato en Steef helemaal niet zitten. Ze heeft me ook nodig. Zie, het is helemaal niet gek dat ik denk aan de mogelijkheid van doodgaan, terwijl ik 'goed te behandelen' ben. De mensen om mij heen doen dit net zo hard! Ik vind het verhelderend en niet moeilijk om hierover te spreken. 'Het is wat het is' en we hoeven er niet omheen te draaien. En als we toch aan het speculeren zijn, het gaat om 'kansen', waarom moet dit dan alleen over 'leven' gaan, 'dood' hoort er dan net zo goed bij.

Vandaag eet ik 3 chocoladerepen (omdat ik er niet meer in huis had).