Iemand zegt: 'Je haar zit in elk geval nu
beter dan op de foto, direct na het knippen.'
Vandaag is het familiedag. Dat is niet
zomaar wat, een bijeenkomst van zo'n 60 mensen van 0 tot 80. Het gezin waar ik
bij hoor, mijn moeder, broer en onze partners, hebben de organisatie in handen
dit jaar. Ik heb enorme hoeveelheden cupcakes gebakken, mijn familie doet de
rest.
Ook al zijn Strato en ik op tijd opgestaan,
we komen niet goed op gang en voordat ik het weet staat mijn broer voor de deur
om de cupcakes op te halen. Ik heb mijn legging en schoenen al aan, maar nog
geen jurk gekozen. In mijn sport light bh doe ik de deur open. Mijn neef van 6
is er ook bij. Daar sta ik dan met mijn bestralingsstrepen, nieuwe haar, met
een legging en een bh. Ik schaam me voor mijn neef, mijn broer is wel wat
gewend.
Korte tijd later fiets ik de cupcakes
achterna. De feestlocatie is bij mij om de hoek. Ik begin met het uitpakken van
de cakes om ze te presenteren op cupcake-torens. De hele flikkerse boel zit aan
elkaar geplakt! De marsepein is gesmolten en deze blijft overal plakken aan de
kontjes van bovengaande cupcake. Mijn broer, Strato en ik pulken zo goed en zo
kwaad als gaat de cupcakes van elkaar. Zonde van al het werk gisteren. Wanneer
krijg ik een 'break', vraag ik me af.
Nu vertrekken we ook weer snel, want we
gaan eerst nog naar de begraafplaats waar Opa, Oma en Papa een familiegraf
delen. Daar is de eerste ontmoeting met de hele familie. Mijn neef begint in de
auto een verhaal over 'witte ballen'. Voor mijn gevoel start het verhaal ergens
in het midden en ik snap het niet. Ik vraag hem wat voor 'witte ballen', waar
zijn die 'witte ballen', wat heb je gedaan met die 'witte ballen'? Ik doe ook
nog enkele sportieve suggesties over 'witte ballen'. Mijn neef kruipt beteuterd
in zijn schulp door mijn spervuur aan vragen en opmerkingen. Ik probeer het nog
eens, maar dan voorzichtig. Met veel nadruk zegt mijn neef: 'WITTERBALLEN'. Oh,
nu snap ik het, 'bitterballen!'
Op de begraafplaats is het een gezellige
kakafonie van mensen en kinderen. Er wordt gesleept met vazen, gieters, planten
en bloemen. Binnen een kwartier is het hele graf omgetoverd in een bloemen- en
plantenzee met hier en daar een sculptuurtje. Met name de peuters, kleuters en
jonge kinderen positioneren zich rond het graf met alle rekwisieten. De
volwassen zien er glimlachend op toe. Niemand houdt een toespraak, mijn oom
deed dat altijd, hij leeft niet meer. Zijn dochter wacht buiten de poort van de
begraafplaats, de pijn van het verlies is nog vers.
Dan tijd voor koffie met plakkerige
cupcakes. Van mijn lieve nicht Mandy krijg ik een zelfgemaakte
'adventskalender'. Ze heeft mijn blog gelezen en ik schreef over de beloning
voor de dagelijkse bestralingen in de vorm van een dagelijkse chocoladereep. Ik
krijg nu een doos met vakjes met heel veel dikke chocoladerepen er in. De
vakjes zijn mooi versierd met linten en spreuken. Ik vind het een prachtig
cadeau.
We doen een speurtocht. Ik doe mee, want Strato en mijn moeder hebben de speurtocht gemaakt, voor mij is het een
verassing. Ik heb de groepen gemaakt en na wat gesteggel met enkele kleintjes
met dikke tranen omdat ze niet in de aangewezen groep willen, lukt het toch om
in zes ploegen te vertrekken. De speurtocht is leuk, maar erg moeilijk. Mijn
groepje wint, niet in de laatste plaats door onze slimme tiener in de groep.
De prijzen voor de speurtocht zijn
cupcakes met in zilveren en gouden marsepein de familienaam en het jaartal erop. Deze cakes plakken niet aan elkaar,
want ze zitten in mooie geschenkdozen. Toch ook hier weer problemen, een klein
iemand heeft aan het goud en zilver gepulkt, ook hier niet echt eer van mijn
werk. Jammer dan.
Als het feest is afgelopen, wordt ik door
iedereen geknuffeld. De vrouwen denken aan de mogelijk pijnlijke borst. Mijn
nicht Mindy zegt 'we voegen in' en knuffelt me met onze borsten netjes om en om
op een rijtje. Mijn ooms denken niet aan de zere borst, maar knuffelen vol
overgave. Het doet wel een beetje pijn, maar het deert me niet. Het is lief.
Het is een gezellige dag, maar ook hard
werken. Als de familie en de hulp weg is, poetsen mijn broer, de kok en ik nog
een paar uur na. Die avond heb ik tot laat in de nacht een gesprek met Strato. Hij
verliest zich in zijn werk en ik heb hem hier en nu nodig.