Iemand zegt: 'Nu snap ik het'. Aangaande mijn haar en nadat ik verteld
heb dat ik kanker heb.
Vandaag komt Hugo me halen, we gaan
naar mijn atelier. Daar ben ik al lang niet meer geweest. Als hij deze
afspraak niet bedacht had, zou ik er nu ook niet naartoe gaan. Ik heb soms
aanmoediging nodig. Het regent vreselijk en uit protest houdt Boefje haar kak
op. Ik kan niet aan haar uitleggen dat ze daar toch echt alleen zichzelf
mee heeft (en mij toch eigenlijk ook wel). Behoorlijk nat komen we aan op het atelier en beginnen aan het
voorgenomen werk.
Vrij snel hebben we al een hoop werk
verzet. Hugo is 'slimmer' dan ik vandaag en helpt mij ook goed op weg. Hij
fietst vandaag ook nog twee rondjes door de regen en de wijde omtrek om gereedschap
te zoeken wat het werk zal bespoedigen. Hij vindt het ook nog! Mijn 'taak' lukt
ook. Ik ben behoorlijk trots en raak in een opgeruimde bui, aan het eind van de
dag is dit te zien aan het atelier.
Tussendoor moet ik weer eens naar het
ziekenhuis, dit keer niet naar het AVL, maar naar een ander exemplaar alwaar
mijn SPV haar spreekkamer heeft. Ik ben blij om Allison te zien, ze is op
vakantie geweest en ik heb het contact met haar wel gemist. Zeker tijdens mijn
verwarring over de motivatie voor het aangaan van chemotherapie. Mijn
verwarring hierover is niet weg, maar ik ben moe van het 'zoeken' en ik heb me
erbij neergelegd dat ik me ga laten inspuiten binnenkort. Verder weet ik het
allemaal nog niet.
Ik vertel mijn grote verhaal aan Allison. Ik moet haar bijpraten vanaf het gesprek met de internist en de
heftige uitkomst hiervan. Mijn vertwijfeling over de chemo, mijn ervaring met
de bestralingen, wat er allemaal gebeurd is in mijn leven langszij en hoe het
met mijn gemoed gesteld is. Depressief. Behalve vandaag dan, want Hugo heeft
me uit mijn moeras getrokken. Ik had me voorgesteld dat ik vreselijk zou huilen
bij dit consult met Allison, maar in plaats daarvan zit ik op de
praatstoel. We spreken af dat ik na mijn volgende gesprek met de internist een
mail stuur en dat we dan een wekelijkse belafspraak plannen. Dat vind ik fijn.
Aan medicatie gaan we nu niet sleutelen, een wondermiddel tegen depressie is er
niet en wie zou er niet depressief zijn in mijn situatie, dus daar doen we even
niks aan. In ieder geval tot de hormoontherapie begint, dan moet er wat
veranderen, want die medicijnen kun je niet samen gebruiken. Afgesproken.
Terug op het atelier rommelen we nog een
poosje verder en het werk dat ik af wil hebben voordat ik de 'chemo inga' lijkt
ook af te kunnen komen. Ik heb weer een beetje hoop door dit duwtje in de rug. Hugo doet het meeste werk vandaag, maar ik zit niet stil en ik hoef ook niet stil te zitten zoals
laatste keer dat ik op het atelier was en last had van 'narcose-slapte'.
Het gore weer weet van geen wijken. Als
ik naar huis ga, laat ik Boefje voor de derde keer uit vandaag, maar ze houdt
haar kak nog steeds op. Ze loopt als een kuikentje achter mijn hielen op de
stoep, in afwachting van het moment dat ik haar weer in de fietsmand til. Ze
snuffelt niet, ze betreed de grasstrook niet, krijgt ze natte poten. Trut!