'Slapstick Hell' geprolongeerd.
Het voelt alsof de zekering eruit
gesprongen is, de hoofdstop. Ik zou nu moeten huilen, maar ik huil niet.
Afgelopen nacht wel, in het holst daarvan zat ik keihard te janken op het
randje van mijn bed nadat ik eerst heb zitten kokhalzen. Een teken van
overspanning. Als ik overspannen dreig te raken, word ik eerst misselijk. En
dan blijf ik misselijk totdat ik weer 'ontspannen' ben. Hetgeen waar ik me aan
vasthield, het 'normale' in mijn leven, mijn ijkpunt, mijn werk bij Ploeger,
dat ligt ook overhoop. Niets is meer hetzelfde, niets is wat het lijkt, blijkt.
Gisteren was ik niet bij Ploeger en dat
was maar goed ook, even zelf wennen aan het idee dat alles op slag veranderd is
aldaar. Vandaag ga ik wel met als doel de kas afmaken en kijken of ik mijn
collega's kan steunen en ietwat gerust kan stellen. Uit praktische
overwegingen, zijn de bureaus al anders ingericht, de taken anders verdeeld.
Het is ontzettend druk, de telefoon blijft maar gaan en we doen ons best om
alles 'normaal' af te handelen.
Met een geleende auto rijdt ik naar het
AVL voor de zoveelste bestraling. Mijn borst vindt het niet meer 'voor te
lachen' zoals Ilse dat zou zeggen. Mijn borst is hard, roodbruin en doet een
beetje zeer, mijn tepel doet nog een beetje meer zeer. Na de bestraling neem ik
de lift naar de verpleegafdeling 5. Daar ligt Julian bij te komen van zijn
operatie. Ik ga hem even begroeten, een paar minuten. Hij heeft een zware
ingreep doorstaan. We praten even over de naweeën van de operatie, al was mijn
operatie vergeleken bij die van hem niet veel bijzonders.
Ik ben ongelofelijk onder de indruk van
de wond die Julian heeft. Vanaf zijn rechteroor eerst recht naar beneden en dan
bij zijn hals linksaf en tot aan zijn linker sleutelbeen. Jebus! Het lijkt wel
of ze zijn hoofd van zijn romp wilden scheiden en zich bedacht hebben en de hele
boel zo goed en zo kwaad als ging weer aan elkaar genaaid. Het is een vers gehechte wond, letterlijk van oor tot
oor. Julian ziet er niet heel aangedaan uit, maar dit moet echt verschrikkelijk
voelen ook. Hij kan zijn hoofd niet bewegen, duh. Hij zegt dat hij wat
geagiteerd is, vanwege de slechte nachtrust. Zo kan niemand slapen, dat
begrijpt iedereen en dat hij alleen maar geagiteerd is, komt waarschijnlijk
omdat hij zich in zijn toestand geen woede kan veroorloven.
Als ik naar huis ga en de laatste bocht
wil nemen, moet ik langs een ongeluk, een aanrijding. Fietser in de 'dode hoek' van een vrachtwagen. Het is net gebeurd en ik kijk, net als de chauffeur voor
me, even naar rechts om te zien of er voldoende hulp is. Er ligt een mevrouw op
straat, er zijn mensen bij. De chauffeur voor me trekt op, ik trek op. Knetter!
Ik zit erop! De chauffeur voor me remde voor een fietser, die zag ik niet, de
chauffeur voor me rijdt in een gigantische kiepwagen. Het was op zich een
botsing van niks zonder snelheid en toch zit mijn geleende auto flink in
elkaar.
Het voelde niet eens als een echter
botsing. Die kiepwagen heeft een grote stalen 'bumper' achterop. 'Mijn' auto is
nagenoeg van kunststof. De koplamp en de grille zijn naar binnen gedrukt. De
chauffeur van de kiepwagen wil geen schadeformulier invullen, tenslotte is het
mijn schuld. Het zal wel, maar je moet ALTIJD een schadeformulier invullen.
Onder enig aandringen, krijg ik van de jongen zijn voornaam en de naam van het
bedrijf waar hij voor werkt. Het kenteken noteer ik ook maar in mijn
smartphone. Dat is lekker thuiskomen! Volgens Jos wel weer een leuk verhaal
voor mijn blog. Dat dan weer wel.
Niet veel later, ruil ik de leenauto voor
een huurauto. De huurauto heeft geen handrem, nooit van gehoord!