maandag 7 oktober 2013

Structuur


Ik droom dat ik een conflict heb met Fred. Een functioneringsgesprek dat bij aanvang geen functioneringsgesprek blijkt te zijn, maar een verhoor door een rechercheur. Fred had nog zo beloofd dat dit niet zou gebeuren met me. Ik moet huilen en voer aan dat dit allemaal helemaal niet kan zo, omdat ik kanker heb.

Vandaag rijdt Ilse met me naar AVL voor mijn op drie na laatste bestraling. Het schiet alweer op. De bestraling is mijn nieuwe 'structuur'. mijn dagelijkse houvast, mijn missie. Ik zal het in zekere zin gaan missen. Het bestralen zelf niet, maar de 'houvast'. Hierna wordt het alweer allemaal anders. Dat past niet bij mijn autistische inslag (zelfdiagnostiek).

Als we het AVL verlaten zegt Ilse tegen me: 'Je bent heus niet de enige met kanker. Jij hebt heus niet altijd alle leuke dingen'. Het is een grap, Ilse mag dat zeggen. Ze heeft zelf een voorstadium van maagkanker en moet jaarlijks voor zo'n naar maagonderzoek, met een slang via je keel naar je maag, naar het AVL. Ik merk wel dat zij er 1 keer per jaar komt en ik dagelijks. Ik weet veel beter de weg.

Ilse zegt vaak de meest 'brute' dingen, ook tegen wildvreemde mensen. Ze komt er altijd mee weg. Ik vind het briljant. Soms sta ik met haar in de kroeg en dan hoor ik haar weer iets vreselijks uitkramen tegen zomaar iemand. Die persoon zie ik dan meestal eerst bedenkelijk kijken. Ik raak wat onzeker, ik verwacht zelfs dat het mot wordt. 'Oh, nu is ze te ver gegaan' denk ik dan. En na enige aarzeling klaart die andere persoon dan helemaal op, begrijpt dat het een grap is. Pfoei!

Een keer werd ik op straat nietsvermoedend teruggeroepen door een paar aangeschoten mannen. Mijn hond had haar poot opgetild en tegen de jas van één van die mannen geplast. In vertwijfeling begin ik hakkelend mijn excuses aan te bieden, stomerijkosten op me te nemen en ik vraag me hardop af waarom mijn hond dat nou toch zou doen. De jas hing over een stoel op het terras. De stoel staat tegen de lantaarnpaal aan. Daarom kwam het plasje van mijn hond op de jas van de man terecht. Ilse zegt tegen de 'dreigende' man: 'Daar vraag je dan dus wel een beetje om'. Ik schrik me weer eens gek van dit brute commentaar van Ilse en binnen enkele momenten buigt de confrontatie om van 'dreigend' naar 'gezellig'. Dat is knap als je dat kan! Dat is mijn Ilse!

Ilse neemt me mee voor lunch in een leuke tent in Amsterdam, een voormalig bedrijfspand. Ik eet garnalen kroketjes op brood met gefrituurde peterselie, dat hoort er bij. Eindelijk hebben we het over van alles. We zien elkaar maar weinig de laatste tijd. Druk en ziek, ziek en druk. We gaan ook nog koffie drinken bij een ander tentje. We vermaken ons uitstekend.

Op de terugweg naar onze eigen stad, stoppen we bij Ikea om snoep te scheppen. Ik neem veel chocola en veel cranberries. Als ik voor de deur wordt afgezet door haar, zegt ze: 'niet teveel snoepen, dan wordt je misselijk'. Ik zeg dat dit precies is wat ik wel ga doen, om vast te oefenen voor als ik misselijk wordt van de chemotherapie.

Ik informeer even bij mijn schoonzuster hoe het gaat met mijn nicht van nul, ze had gisteren koorts en je zag echt aan haar dat ze appelig was, terwijl ze helemaal niet mopperde. Vandaag wil de dokter haar urine even testen, kijken of ze blaasontsteking heeft. Hiertoe krijgt ze een plastic zakje aan haar fluitje getaped. Nou ja zeg! Een baby met een zak aan haar tietuu geplakt! Kan dat niet met een uitwringluier of zo? Later blijkt het in ieder geval geen blaasontsteking te zijn en is mijn nicht wel weer aardig aan het opknappen.

Ik lig mijn blog te typen en in mijn ooghoek zie ik een donkere schim. Ik ben niet van de geesten, het blijkt dan ook gewoon en inderdaad een muis als ik mijn blik volg. Een muis in de slaapkamer, welja, van de week had ik ook al naaktslakken op de overloop. Gezellige beestenboel hier.