'Oktober: borstkankermaand' (Joepie)
Ik heb lang geslapen en als ik dan
eindelijk wakker ben, wil ik liefst nog meer slapen. Tijd voor 'contragedrag'.
Met weerzin kom ik uit bed. Voor het eerst sinds dagen geen 'bad hairday' meer.
Mijn haar was te kort of te lang, het is maar hoe je het bekijkt en nu is het
dan lang genoeg om weer een beetje te 'voegen' naar mijn smaak.
Vandaag ga ik naar mijn moeder en mijn
nicht van nul. Mijn moeder past vandaag op. Mijn moeder gaat even een boodschap
doen als ik er ben en mijn nicht slaapt nog. Als ze wakker wordt, ga ik bij haar
kijken. Vanuit de verte zie ik dat ze rustig wakker ligt te zijn in haar grote
krat. Als ik dichterbij kom en ze me ziet, schrikt ze zich helemaal wild. Dit
is niet Oma, dit is niet Mama, dit is niet Papa.... foute boel! Ze zet het op
een janken en is niet meer te bedaren totdat mijn moeder terug is van het
boodschappen doen.
Mijn indruk is dat mijn nicht me ergens
wel herkent, maar dat haar...... ze snapt het niet, ze vindt me niet leuk, ze
vindt me niet lief. Ik denk dat dit het probleem is, het lijkt me sterk dat ze
het incident nog weet waarbij ik haar op haar bolletje heb laten vallen op de
tegelvloer. Niet schrikken hoor, toen dit gebeurde was ze zo'n 8 centimeter met
haar bol van de tegelvloer vandaan. Het was evengoed niet leuk, maar geen
schedelfractuur of iets anders engs. De volgende dag bleek ze niet eens een
bult of een blauwe plek te hebben.
Vandaag word ik voor het eerst niet
bestraald. Ik moet me dus op andere wijze bezig houden. Door de regen wandelen
mijn moeder en ik met twee honden en een wagen met mijn nicht er in naar
Kreeftdicht voor een late lunch. Het regent, dus goochelen we ook nog met een
paar paraplu's en een regenkap voor de kinderwagen. De hondjes worden vieze,
natte varkentjes, want we gaan dwars door het bos.
Als we terug lopen komt mijn broer ons
tegemoet, hij komt zijn dochter halen. Bij mijn moeder thuis maken ze een
beetje mot. Ze zijn allebei gestrest en voelen zich allebei niet begrepen. Ik
kan er niks aan doen.
's Avonds fiets ik naar Colette voor een
damesnetwerkavond, die organiseert zij met regelmaat. Allerhande pluimage is
vertegenwoordigd, ik pas er naadloos in. Vanavond laat ik een minidocumentaire
zien over het huwelijk met mezelf. Deze valt in goede aarde. De spreekster na
mij vertelt een indringend verhaal over de relatie met haar vader en daarna
speelt ze piano, ze is op de motor gekomen, dus ze kan van alles. Zo'n
demonstratie heb ik niet gegeven, ik heb alleen maar op 'play' gedrukt en
daarna vragen beantwoord.
Het blijft me maar lastig afgaan, naast
het andere 'lastig afgaan', om te verkeren met mensen onder de gegeven
omstandigheid van mijn borstkanker. Wanneer praat je daarover, wanneer niet?
Het is altijd een 'ding'.
Als ik mijn jas aandoe en dan mijn sjaal
omhang, ontstaat er een wolk van onbekende lucht om mijn hoofd. Terwijl mensen
me gedag zoenen, vraag ik me af waarom ik zo sterk ruik. Ik kijk nog eens naar
de plek waar mijn sjaal lag en zie het probleem. Mijn sjaal is een innige
relatie aangegaan met een luchtverfrisser. Zo'n apparaat dat om het half uur
met een wuft gebaar iets 'verfrissends' de lucht in stuurt. Ik ben hier zo'n 4
en een half uur geweest, mijn sjaal zal dan 8 a 9 keer bespoten zijn. Ik moet
20 minuten fietsen om thuis te komen, het helpt niks tegen de lucht.