dinsdag 29 oktober 2013

Levensvatbaar


Ik heb geen pijn in mijn borst meer en ik ben niet zo 'slap' de hele tijd. Het begint weer aardig te lijken op mijn 'oude zelf'. Dat zou ik kunnen denken, maar het is niet zo, helaas. De interne spanning neemt niet meer af, ik heb permanent hoofdpijn en veel zorgen.

Vandaag krijg ik 'uitwendige therapie'. Dat wil zeggen dat ik ingewreven wordt met olie en dan gebakerd. Dan mag ik 20 minuten zo ingepakt liggen op een zolderkamer bij de huisarts en dan krijg ik thee. Ik ben wel bekend met deze therapie, heb ik eerder gehad. In ieder geval is het fijn om zo 'behandeld' te worden, dus ben ik vorige week ingestemd met het aanbod van deze therapie. De dokter heeft 'rozenolie' besloten, om de spanning wat weg te nemen. De verpleegkundige die me insmeert, is zelf ook wat gespannen meen ik te voelen.

Door de 'behandeling', liggend op mijn rug en aangeraakt worden, moet ik denken aan de bestralingen. 20 dagen geleden was de laatste keer, voor mijn gevoel is het eerder 20 maanden geleden. Na afloop hiervan is direct het volgende 'avontuur' van start gegaan. Geen tijd om terug te kijken.

Nog net voor 12.00 uur kan ik bellen met de gemeente, dit is dag drie dat ik een poging doe om een afspraak te maken met de sociale dienst om te kijken of ik in aanmerking kom voor een aanvulling uit BBZ (Besluit bijstandsverlening zelfstandigen). Eerst is de lijn 'bezet' en moet ik volgens de stem op het bandje later maar eens terugbellen. Ik bel direct nog een keer, ik heb nog maar 10 minuten, want na twee eerdere telefoon-plegingen, wachtrijen en gesprekken ben ik er achter dat ik tussen 11 en 12 moet bellen. Dit keer biedt een mevrouw zowaar aan dat ik teruggebeld kan worden, daar 'droom' ik nu al drie dagen van, een beetje servicegericht werk van de ambtenaren van de gemeente, tenslotte zijn zij in 'dienst' van de burgerij!

Net aan thuis wordt ik teruggebeld door een vriendelijke ambtenaar, die eerst zijn steun betuigt inzake mijn vervelende situatie. Dan hebben we het over de BBZ. Ik kan geen afspraak maken, dit varkentje wordt even telefonisch gewassen. De boekhoudkundige cijfers van 2010 t/m 2012 dien ik telefonisch door te geven. Ik heb alleen de cijfers van 2010 paraat, maar het maakt niet uit. 'Niet levensvatbaar' is de conclusie van de ambtenaar over mijn onderneming. Derhalve kom ik niet in aanmerking voor een aanvulling op mijn inkomen via de BBZ. Hij adviseert een bijstandsuitkering, maar hiertoe dien ik wel mijn -niet levensvatbare- onderneming op te doeken. De ambtenaar is echt heel vriendelijk, kan er ook allemaal niks aan doen en geeft nog een paar adviezen. Ik wil zo snel mogelijk ophangen, ik moet huilen.

Ik heb mijn onderneming nooit gezien als 'niet levensvatbaar'. Mijn onderneming bestaat al 10 jaar en ik heb het er behoorlijk druk mee, lever goed werk af en kan mezelf af en toe betalen uit deze onderneming. Het is een geldkwestie. Ik snap het heus wel.

Alle energie is weg, ik voel me niet slap of zo, maar wel doodmoe. Ik wil dit allemaal heus niet zo. Ik voel me incompetent, ik ben ziek en krijg een kunstkop van alle regelkwesties en het geleur met mezelf bij diverse 'loketten'. De rest van de dag ben ik verlamd, ik kan nog wel mutsen haken, maar al het werk dat ik me voorgenomen had vandaag, gebeurt niet meer. 'Niet levensvatbaar'.

maandag 28 oktober 2013

Sil


s ‘Avonds ga ik met Strato en mijn moeder naar een condoleance. De man van mijn achternicht is overleden. Het bericht van overlijden kwam totaal onverwacht. Hebben we iets gemist? Mijn achternicht is een zeer warmbloedig mens, ze knuffelt met iedereen die haar komt condoleren. Ze is eindeloos lief. Ze legt uit dat haar man van de zomer een beetje pijn in zijn zij had. Van het harde werken op de volkstuin dachten ze. Tot voor kort was hij diplomaat en nu met pensioen. De pijn bleek leverkanker te zijn, binnen 6 weken na de constatering is hij overleden.

'Wij zijn ontredderd' stond er in het overlijdensbericht en zo is het ook. Mijn achternicht legt uit dat ze ieder moment verwacht dat haar man komt binnenlopen, terwijl hij daar ligt in zijn kist. Hij is blauw. Mijn achternicht knuffelt mijn moeder en zegt tegen haar: 'Jij weet hoe dit is, ik kan het nog niet geloven'. Tegen mij zegt ze 'Jij moet sterk zijn, jij bent dapper, jij komt hier doorheen'. De narigheid is natuurlijk gewoon, dat ik helemaal niks kan doen, behalve dan wat de arts voorschrijft. Ik ben niet dapper, 'het is wat het is'. Haar man kreeg nog maar 6 weken, het lijkt erop dat ik nog even mag blijven. Het is kanker.

Ik heb goede herinneringen aan de moeder van mijn achternicht, de zus van mijn opa. Mijn opa heb ik nooit gekend, maar tante Sil was een van de liefste, sprankelende mensen die ik ooit gekend heb. Mijn achternicht is net zo. Tante Sil had zwaar reuma. Het was wel duidelijk dat het pijn deed, ook al merkte je dit niet aan haar gemoed, de gewrichten van haar vingers waren 'naar buiten' gegroeid, haar vingers bogen de verkeerde kant op. Fascinerend en heel naar vond ik dat. Ik bewonderde haar om haar blijmoedigheid. Ze liep moeizaam en met twee speciale krukken en ze lachte altijd!

Die familietrek heb ik niet. Ik lijk misschien meer op mijn oma, die was ook lief, maar niet sprankelend.

Buurman


Nog een week tot de eerste chemokuur.

Ik verzaak blog-technisch. Te druk met mutsen haken. Deze nieuwe obsessie heeft tot doel geld in te zamelen voor AVL en een kleine vergoeding voor mezelf. De mutsen verkoop ik komend weekend, als we net als 500 andere kunstenaars 'Open atelier' houden. Ik heb al een aardige stapel en op iedere muts doe ik een button van het AVL. Verder doe ik ook mijn porselein en sieraden in de uitverkoop. Geld nodig.

Vandaag neem ik een commerciële opdracht aan, een klus die ik ook wel achter mijn computer, liggend in bed kan doen. Het is geen 'wereldopdracht', maar ik kan alles gebruiken nu.

De wind is niet van de lucht. Orkaansterkte bereikt deze vandaag. Op de galerij heb ik normaal gesproken een hoeveelheid planten. 14 Geraniums, 2 kamperfoelies en wat seizoen plantjes. Als ik uit bed kom en ik mijn ontbijt 'achter de geraniums' wil nuttigen, zie ik dat het een kale boel is buiten. Met mijn piekhaar, in mijn pyjama ga ik buiten kijken. Alle geraniums weg! Omgewaaid, dat snap ik, dat viel te verwachten, maar ze zijn weg. Ik weet het zeker, ze kunnen niet vliegen. Toch speur ik eerst de galerij af, en kijk dan over het balkon naar beneden in de tuinen van de buren. Geen spoor. Ondertussen is een buurman ook op de galerij met een hond, de hond springt tegen me aan, schijt ter plekke op de galerij en mijn hond blaft de hele buurt bij elkaar. Wat een zooitje!

Echt vervelend, ik ben gehecht aan mijn geraniums. Het zijn 14 verschillende geurgeraniums. Ze hebben nauwelijks bloemen, maar daar gaat het niet om, ze hebben heel divers blad en ruiken allemaal anders. Dit voorjaar besteld bij een kweker als stekjes. In de zomer zijn ze allemaal uitgegroeid tot flinke, trotste planten. Ik was al van plan om ze binnen te halen voor de winter, maar een aantal hadden nog nieuwe knoppen, dus ik wilde er nog even van genieten. Foetsie.

De buurman oppert dat wellicht mijn andere buurman de geraniums heeft binnengehaald. Dat klinkt wel als iets wat mijn buurman zou doen, maar ik sta hier nog steeds weg te waaien in mijn pyjama en met piekhaar. Ik wil eigenlijk eerst naar binnen om me aan te kleden en een muts op te zetten. De buurman heeft al aangebeld bij mijn andere buurman, hij is thuis en heeft inderdaad mijn geraniums. Ze staan allemaal netjes bij hem op het aanrecht! Ook heeft hij een hele grote pot met dahlia's voor me naar binnen gesleept.

Samen met de buurman en zonder bh, dragen we de geraniums en dahlia's naar mijn eigen huis, waar ze in de woonkamer mogen staan. De buurman vertelt dat hij laatst zijn eigen servieskast heeft omgetrokken, toen hij ineens heel kwaad was, maar dat hij zijn vriendin niets heeft aangedaan. Dat had ik al begrepen van zijn vriendin. Ik zeg dat ik het echt heel rot voor hem vindt dat hij zich zo lastig kan uiten. Ik zeg hem dat hij mijn held van de dag is. Hij heeft mijn planten gered. Hij heeft het ook een beetje voor zichzelf gedaan, want hij geniet volop van mijn geraniums, zegt hij.

Thuis zoek ik de mooiste ansichtkaart op die ik kan vinden. Het wordt er een met een geschilderde schelp, zo'n gewone, waar er miljoenen van langs onze kustlijn liggen. Die kaart heb ik laatst op Texel gekocht omdat ik deze zo mooi vond. Ik schrijf er nu een dankbericht op voor de buurman, mijn held.

donderdag 24 oktober 2013

Gravity


Ik doe niks (behalve piekeren dan) en moet alsnog haasten om op tijd te komen voor mijn afspraak met SPV Oudeschuur. Via de huisarts heb ik een afspraak met haar. Zij schijnt veel te weten van financiële zaken en adviseert patiënten in financiële nood.

Uit mijn hoofd kan ik opnoemen wat mijn vaste inkomen is en wat mijn vaste lasten zijn. De lasten zijn hoger dan mijn inkomen uit loondienst. Dat klopt, dit is ook altijd een motivatie geweest om aan de weg te timmeren als zzp-er. Dit lukte de afgelopen 10 jaar heel prima. Nu is de situatie anders en heb ik naast kanker, ook nog twee vaste opdrachtgevers die af zijn gehaakt. Toevallig, niks te maken met mijn situatie, mijn kwaliteiten of de crisis, maar wel heel vervelend nu.

Ik heb nog een paar opdrachten af te maken, er valt nog wat werk te verkopen, maar ik maak me zorgen om hoeveel werk ik nog gedaan kan krijgen als ik een half jaar moet chemokuren. Enige, tijdelijke aanvulling op het vaste inkomen zou gewenst zijn.

SPV vraagt of ik al bij de sociale dienst van de gemeente ben geweest. Nee, ik wilde graag eerst met haar praten, want zo had ik dat met de dokter afgesproken. Zij kan mij vertellen wat ik bij de sociale dienst moet gaan vragen. Haar advies is een regeling genaamd de BBZ (Besluit bijstandverlening zelfstandigen). Ik krijg weer een beetje hoop! Een 'potje' van de gemeente waaruit ondernemers in nood tijdelijk geholpen kunnen worden. Nooit van gehoord, maar klinkt als iets wat ik precies nodig heb. Aanvulling uit de Bijstand is ook nog een optie, maar daarvoor mag ik waarschijnlijk geen eigen bedrijfsvoering hebben, dus dat is niet wenselijk.

Behalve dit financiële advies, biedt de SPV mij hulp aan in de vorm van 'uitwendige therapie'. Daar ben ik wel bekend mee, wil ik ook wel, maar heb daar geen geld voor. De therapie is 'gratis'. De kosten vallen onder huisartskosten en zijn dus gedekt. Kom maar op dan met die therapie. Ik ben er wel blij mee, want ik tobde nog met de vraag naar welke fysiotherapeut ik moest gaan en nu dient een dergelijke therapie zich aan.

Ik bel mijn moeder om uit te leggen dat er zoiets is als BBZ en of ze met me mee gaat naar de gemeente. Tenslotte heeft zij bij de sociale dienst gewerkt, dus weet hoe we dit aan moeten pakken. Mijn moeder kent de BBZ, heeft deze zelf uitgevoerd toen zij nog bij de sociale dienst werkte. Zij gaat haar collega, die dit tegenwoordig doet, vragen of hij denkt dat ik in aanmerking kom. Volgens de SPV en mijn moeder zou dit heel goed kunnen. Ik ben nu al blij met de BBZ.

We gaan naar de film. Het is de eerste film die ik in 3D zie waarvan ik kan zeggen dat het 3D effect een zinnige bijdrage levert aan het verhaal en de ervaring. Het is een ongelofelijk knap gemaakte film en ik ga er behoorlijk in op. 'Gravity' met Sandra Bullock en George Clooney. Ik houd niet zo van Sandra, maar in deze film heb ik 'geen last' van haar. 

maandag 21 oktober 2013

Wat verwacht je van mij?


Vandaag een afspraak bij de Arboarts, het moest er maar eens van komen, ik heb de afspraak al eens uitgesteld. Nog een dokter die zich er mee bemoeit, precies wat ik niet nodig heb, maar vooruit. Goedgeluimd op pad.

Van dat blije gemoed blijft helemaal niks over. Ik heb er natuurlijk niet voor gestudeerd, maar ik vermoed dat dokter De Wit neigt naar 'iets' uit het Autisme Spectrum. Als hij me roept in de wachtkamer, ga ik staan en pak mijn jas en tas van mijn stoel. Als ik weer opkijk is dokter De Wit verdwenen. Het duurt even voordat ik hem weer gevonden heb in het volkomen onoverzichtelijke gebouw. In zijn kantoor ruikt het naar riool, terwijl er niet eens een watervoorziening is.
Ik moet aan de beste man uitleggen vanaf het begin wat er is gebeurd, waar het precies zit, hoe het ontdekt is en wat de behandelingen tot nu toe zijn geweest. Ik raak wat geëmotioneerd als ik mezelf hoor vertellen, het is niet niks wat er allemaal gebeurd is met me. Driftig typt dokter De Wit mee met mijn verhaal. Efficiënt hoor deze dokter, hij typt gewoon mee, zonder de patiënt aan te kijken, hup klaar verslag! Dan hoeft hij dat niet straks te doen, als ik binnen een half uur weer buiten sta.

Vervolgens stelt hij mij de vraag: 'Wat verwacht je van mij?'. 'Nou, helemaal niks!' wil ik gillen. Ik zit hier namelijk omdat mijn werkgever een contract heeft met de Arbodienst, verder niks. Bovendien heb ik die vraag al iets te vaak gehoord, dat is het nieuwste op het gebied van 'hulpverlening' en 'genezing'. De zin dient in de meeste gevallen als betutteling. Het lijkt te duiden op 'betrokkenheid' van de arts en 'zelfbeschikking' van de patiënt. Dat werkt alleen maar als de vraag oprecht gesteld en zinvol is.

Het is al met al een dubieus gesprek met de Arboarts. Echt geen onaardige man, maar wel vreemd. Daarom is hij natuurlijk ook Arboarts, dat is het enige wat je nog kunt worden als je sociaal, pedagogische vaardigheden niet in orde zijn en je wel voor 'dokter' gestudeerd hebt. Enfin. Ik krijg nog een hoop ongevraagd psychosociaal advies en krijg nauwelijks de kans om zelf iets in te brengen. Als ik rechtsaf sla in het gesprek, slaat de dokter linksaf, het is vermoeiend. Hij merkt op dat mijn tranen hoog zitten en dat ik ruimte moet nemen om me te uiten. Klopt, maar dat ga ik hier dus niet doen en de opmerking is misplaatst. Deze man 'kent' mij 20 minuten en weet al hoe ik in elkaar zit en dat ik het 'verkeerd' doe.

Totaal gefrustreerd en ontmoedigd ga ik weer mijn weegs. Ik ga koffie drinken met Stephanie en wol kopen voor nog meer mutsen.