Thé Lau
heeft kanker, dat wist ik al, maar nu vertelde de nieuwslezer dat het terminaal
is. Nog één keer optreden met The Scene en dan is
het over. Ik zie Thé wel eens in 'ons clubhuis' het AVL. Dat heeft
wel eens tot de gedachten geleid dat het me heel leuk lijkt om een 'Bonte
avond' te organiseren in het AVL met en voor patiënten van het AVL. Het AVL
heeft vast meer getalenteerde patiënten rondlopen. 'K' slaat in potentie
niemand over. Die 'Bonte avond' wilde ik eigenlijk alleen maar vanwege Thé. Hij is de zanger en schrijver van één van
mijn favoriete nummers ooit: Iedereen is van de wereld. Dit nummer is al eens voorbij gekomen in mijn blog,
ik voel me erg verwant met de tekst. Ik vind het moeilijk, dat van Thé en moet huilen. Het is niet te begrijpen waarom ik nog even 'mag blijven' en anderen 'moeten gaan'.
Ik ben eens bij een concert geweest van De Dijk
waar The Scene in het voorprogramma stond. The Scene werd vreselijk
onbehoorlijk weg gejouwd. Wat een chaos, het was een openluchttheater met een
vijver tussen publiek en podium. De goudvissen lagen te klapperen op de kant!
Het drijfnatte publiek lag voor het podium te stoeien met de bewakers. Enfin,
Oerstom, wie wil er nu geen concert van De Dijk én The
Scene. De Dijk heeft 'ons teruggepakt' door de verdere avond op te treden met
't shirts van The Scene aan.
Vandeweek heb ik geluisterd naar Van Dik Hout. Dat
was al een tijd geleden, tijdens mijn studie aan de kunstacademie en toen ik 'mezelf
vrij moest maken', paste die muziek me prima. Nu moest ik lachen om het nummer
'Zonder haar'. Dat kreeg ineens een heel andere betekenis nu en het klopt ook
nog aardig.
Mijn benedenbuurman luistert keihard naar één of andere zender met Hollandse volksmuziek. Het is al dagen prachtig
weer, maar de ramen moeten dicht blijven, anders hoor ik mezelf niet meer
denken. Meestal zet mijn buurman één
nummertje hard op en dan gaat de radio weer zachter en kunnen we allemaal
verder met ons leven. Als de radio de hele dag staat de blèren, is dat meestal
een teken dat het 'niet lekker' gaat bij de buren. Mijn buurman zit met zijn
blote bovenlijf in de zon, mijn buurvrouw heb ik al dagen (maanden?) niet
gezien. De buurman ziet er anders uit dan anders, iets met zijn gezicht. Het
lijkt zogezegd wel alsof zijn broer in de tuin zit.
Ik begin me zorgen te maken en ga maar eens een
praatje maken. Eén keer per jaar zo ongeveer, als de zon
schijnt ga ik sowieso even langs bij de benedenburen voor het aanhalen van de
burenrelatie. Mijn buurman is een tia en twee hartaanvallen verder in zijn
leven. Hij zit onder de blauwe plekken door de bloedverdunners en onder de
wondjes en zweertjes, door asbest naar zijn zeggen. Hij heeft de Prednison
weggegooid, maar dat zou je niet zeggen als je naar zijn gezicht kijkt. Mijn
buurman sleurt met zijn woorden, kucht veel, heeft het duidelijk benauwd en
drinkt halve liters bier, maar dat deed hij allemaal altijd al. Hij doet het
rustig aan met de jenever tegenwoordig naar eigen zeggen. Volgende week wil hij
weer op de steiger staan, hij is 'bouwvakker' en ZZP-er. Hij oefent op de
hometrainer om weer in conditie te komen. Als ik hem zo zie, gaat dat niks
worden, dat 'op de steiger staan'.
Met mijn buurvrouw blijkt alles in orde te zijn,
als ik daarnaar vraag. Ze zit binnen. Ze heeft ook borstkanker gehad, maar wil
niet naar buiten komen om erover te praten. Dat hoeft voor mij ook niet hoor.
Mijn buurman vroeg dat aan haar. Ze heeft het zwaar, met de zorg voor de
buurman, alle beesten, haar moeder in het verzorgingstehuis en met haar werk.
Eindelijk vertel ik dus dat ik ook al een poosje in de lappenmand ben. Daar had
de buurman geen weet van, het was hem wel opgevallen dat ik de hele tijd een
'petje' op heb. Volgens hem hoef ik me nergens voor te schamen, hoef ik geen
pet op. Ik probeer uit te leggen dat ik het fijn vind om een mutsje te dragen,
ik vind het niet lekker, dat blote hoofd.
Ik zit 's nachts aan tafel en borduur. Af en toe
valt er een druppel uit mijn neus op mijn werk. Daar baal ik dan van. Wat ik
borduur, gaat wel heel letterlijk over mijn lijf, maar ik heb een hekel aan
'Kunst met lichaamsvocht'. Tijdens het borduren luister ik naar de serie
'Penoza', terug te zien op Uitzending Gemist. De hoofdrolspeelster is Carmen
(zo heet mijn benedenbuurmeisje toevallig ook en ik dacht altijd dat ze 'KARREMÈH' heette). Ik neurie mee met de muziek die Carmen in Penoza luistert, een
deuntje van Andre Hazes.
Een sigaar uit eigen doos, maar wel aardig bedoelt voor Thé: Feest