vrijdag 4 april 2014

Preview


Ik zie er al dagen tegenop, contact met 'veel' mensen, maar ben nu toch op weg. Ik ga naar mijn 'andere clubhuis' de kunstenaarsvereniging. Ik doe mee met een ledententoonstelling. Daarvoor heb ik werk geborduurd. Ik ben nog aan het borduren, het is een werk 'in ontwikkeling'. Het werk gaat over mijn toestand, specifieker over mijn 21 dagen van bestraling. Dit werk ga ik nu ophangen en dan aan de vrijwilligers die de tentoonstelling open houden voor publiek, uitleggen waar dit werk over gaat.

Ik heb om 21 spijkers in de muur gevraagd, maar de hardwerkenden, lieve vrijwilliger met de hamer heeft er 25 spijkers van gemaakt. Anders werd het geen 'net vierkant'. De spijkers zijn zelfs wit geschilderd om zo niet overheersend te zijn. Erg mooi gedaan. Strato haalt vier spijkers voor me uit de muur en verft daar de gaatjes weer dicht met witte acryl.  Ondertussen doe ik de 21 witte, antieke zakdoeken in 21 borduurringen. De zakdoeken heb ik net thuis gestreken. Op 4 zakdoeken heb ik iets geborduurd, de rest moet nog, maar het is veel werk.

Als de vrijwilligers en andere exposanten binnen komen, is de een na de ander blij verrast om me te zien. 'Wat is je haar al lang'. 'Wat zie je er goed uit'. 'Wat grappig je haar, dat moet je zo laten'. Ik krijg knuffels en kussen. Vandaag vertel ik zeker 40 keer hoe het met me gaat en mensen vertellen aan mij wat ze zelf hebben meegemaakt op het gebied van kanker. Ik vind dit niet stom, ik vind dit volkomen begrijpelijk, maar erg intens.

Als ik aan de beurt ben om over mijn werk te vertellen, zeg ik dat ik wel hoop dat mijn werk voor de beschouwer als 'universeler' wordt ervaren en dat mijn persoonlijke verhaal niet perse nodig is om het werk te waarderen. Ik vind het lastig, niet omdat het werk over mijn kanker gaat, maar wel omdat het nog zo actueel is, onzeker vraag ik me in gedachten af of ik voldoende afstand heb van het werk om het 'op waarde voor publiek' te kunnen schatten. Mijn lijf is bijna altijd instrument in mijn werk, dit is de eerste keer dat het ook echt over mijn lijf gaat. Pffff, spannend.

Ik ben er eigenlijk niet voor om werk aan publiek toe te lichten, als ik het 'aflever' dan laat ik het 'los' en mag men zelf weten wat er van te vinden. Voor de vrijwilligers wil ik dit wel vertellen, zij moeten er tenslotte goed op passen de komende maand.

Het borduurwerk is letterlijk mijn bestralingsschema. De mooie, vrolijk gekleurde lijnen en vlakken zijn eigenlijk duidingen van bestralingsintensiteit. De vormen lijken misschien op spannende anemonen, maar het zijn verschillende aangezichten van mijn borst. Tijdens het borduren word ik verdrietig. Met vrolijke kleuren vul ik in waar mijn tumor zat. Borduren associeer ik met het hebben van geduld, wat van toepassing is op het langdurige, intensieve behandelproces. De 21 antieke zakdoeken hebben vast in hun vorige leven al wat tranen gevangen. Ik probeer hier de technische kant van de behandeling en de gevoelsbeleving te verenigen.

Ik laat de vrijwilligers een serie plaatjes zien op papier, gekregen van dokter Almhof, fragmenten uit mijn MRI scan en ingekleurd met bestralingslijnen. Dit is de exclusieve preview van de tentoonstelling. Dit laat ik verder niet zien.  Ik vertel dat het werk een 'installatie' is en dat tijdens de tentoonstelling meer geborduurde zakdoeken geruild worden voor de effen witte zakdoeken. Ik krijg applaus en word er onzeker van. Is dit applaus om me aan te moedigen, applaus uit medeleven, of heb ik goed werk afgeleverd?

Meerdere collega's komen me vertellen dat ze dit werk goed vinden. Dat het wel nog meer gaat betekenen met het verhaal erbij, maar dat het wel universeel is, een aansprekend werk. Gelukkig maar, ik voel me oprecht gerust gesteld. Er wordt gevraagd of de borduursels los te koop zijn. Vooralsnog is er niks te koop en maak ik eerst de installatie af. Men begrijpt het en ik moet ook eigenlijk het werk als installatie bij elkaar houden vinden ze. Ik bedenk op dat moment dat het eigenlijk heel mooi zal zijn als de dag aanbreekt dat ik de borduursels wel los wil verkopen, dat staat dan wel symbool voor het loslaten van wat ik meegemaakt heb.

Wat ik niet verteld heb in mijn praatje, deel ik met Ilse en Annemijn als de vrijwilligers en collega's naar huis zijn. Ik heb wel 4 maten borduurringen gekocht, steeds groter. Ik wilde dat de borduurringen min of meer de maat hebben van mijn borst. Praktisch om het borduurwerk mooi uit te laten komen en symbolisch als een soort 'gulden snede', de overgang van het werkelijke technische aspect naar 'je verhouden tot het werk'. De grootste maat was eindelijk de passende maat, maar dat vond ik echt te groot, ik heb mezelf een 'cupje kleiner' gegeven.

Ilse zegt dat de kleur van mijn jas me nu niet staat. Ik zeg dat ik niks heb wat me nu staat. Een bloemetjesjurk en een kaal hoofd is ook geen combinatie. Mijn jas kan trouwens ook niet dicht.