maandag 3 februari 2014

AVL 18.1: Taxollen


Vandaag ga ik voor de tweede keer 'Taxollen' en 'Herceptinnen' maar dan in omgekeerde volgorde. De Herceptin gaat er wel aardig in, voorafgegaan door Dexamethason en gevolgd Tavegil. Half uurtje wachten en dan de Taxol.

Mijn Picc-lijn werkt als een zonnetje. Ik kan mijn rechterarm weliswaar niet meer strekken sinds ik 'Gepicct' ben, en Strato heeft me een aantal dagen moeten helpen met wassen en aankleden, maar geen 'eng' infuus in mijn pols.

Vandaag is Wicky mijn verpleegkundige. Zie je, ik heb altijd al geweten dat Wicky een meisje is! Deze Wicky heeft zwart haar in plaats van rood en ook geen helm met hoorntjes. Wicky meet met regelmaat mijn bloeddruk en neemt mijn temperatuur op. In mijn dossier staat dat ik vorige keer een polsslag van 224 had. Dat willen we niet nog een keer meemaken, zelfs als het eigenlijk nooit voorgevallen is. Een apparaat op hol is mijn bescheiden diagnose van het bewuste voorval.

Het is weer druk en Wicky vraagt wel hoe het gaat, maar heeft geen tijd voor het uitgebreide antwoord. Ze zegt dat ze straks naar me komt 'kijken'. Ik snap wat ze bedoelt, Strato heeft het niet gehoord en is nijdig. Zo lekker ging het niet na vorige keer. Rood, gezwollen gezicht, opgejut. Steken in mijn lijf. Dat willen we toch wel even kwijt als iemand die er kijk op heeft aan me vraagt hoe het gaat.

Tijdens het Taxollen, breekt het zweet me uit. Vandaag had ik bedacht dat ik wel netjes met m'n pruik op naar het ziekenhuis kon, dat ziet er toch 'minder ziek' uit. Maar nu zet ik mijn pruik af en lig ik met mijn pasgeboren-kuikentjes-kapsel in bed. Ik zeg niks, maar Wicky en Strato kijken eens goed naar me. Wicky vraagt hoe het gaat. Ik zeg dat ik het een beetje warm heb en prompt zet ze het Taxol infuus uit en draait de Natrium Chloride open. Ze meet mijn temperatuur. Niet echt iets aan de hand. We gaan pas verder met de Taxol als ik het niet meer zo heet heb en niet meer zo wit zie.

Als we eindelijk klaar en afgekoppeld zijn, wachten we op de zorgtaxi in de centrale hal. Een meneer met een ongezond gele kleur, bloeddoorlopen ogen en natte, gezwollen lippen mompelt wat tegen ons en kijkt ons hoopvol aan. Het is onze chauffeur. Als ik achterin de taxi zit, wordt ik zowat dronken van de alcohol doordrenkte lucht in de kleine ruimte. Het is de taxichauffeur. Ik denk niet dat hij vandaag al gedronken heeft, maar wel dat hij daar prompt 1700 uur mee begint en niet meer stopt totdat hij in slaap stort. Of ik moet me hopeloos vergissen, dat hij diabetes patiënt is. Ik denk het toch niet, hij komt me wat 'Korsakoffig' over.