zaterdag 8 februari 2014

Bruiloft


Vrienden van ons trouwen vandaag.

Ik heb geen zin in mijn pruik en ben ook helemaal klaar met de pluis op mijn hoofd, kan niet langer naar mezelf in de spiegel kijken. Strato heeft gisteravond mijn hoofd kaal geschoren. Dat ziet er een stuk frisser uit. Ik vraag aan Strato of ik met mijn blote hoofd naar de bruiloft mag, en niet het momentum van de bruid op enig moment steel met mijn blote bol. Volgens Strato kan het makkelijk en ik vertrouw het gezelschap met mijn blote hoofd.

Voor de ceremonie en tegen de kou zet ik een gezellig rood dophoedje op. Dit valt helemaal op z'n plek, want het bruiloft thema is 'jaren 20'. Er zijn meer hoedjes. Veren, netkousen, dunne snorretjes en mooie herenpakken zijn er ook. We zitten in de kleine trouwzaal, dus niet iedereen heeft een zitplaats. Strato heeft een stoel gevonden met mijn naam erop. Naast mij mogen nog meer 'gehandicapte' mensen zitten. Daar is over nagedacht door het bruidspaar en het is erg prettig.

Het officiële gedeelte van deze dag wordt wat minder officieel door de input van de vader van de bruid en een levenslied van de Zangeres zonder Naam, gezongen door de stiefmoeder van de bruid. Geen idee of het bruidspaar hierop zit te wachten, of ze dit zelf geregisseerd hebben. Ik ben niet genoeg in deze trouwpartij ingevoerd om hier iets van te vinden. De broer van de bruid ziet er fantastisch uit, hij heeft zich goed ingeleefd in het thema.

De bruid en gom zijn ook prachtig en ze hebben twee schattige kinderen die zich keurig gedragen tijdens het ceremonieel. Hierna lopen we naar een café voor een borrel. Het mag, het is allang middag en zaterdag. Het stadhuis was zelfs speciaal voor deze gelegenheid van het slot gegaan. De borrel duurt iets van 4 uur, dat weet ik niet meer precies, want ik heb aardig geborreld. Het personeel heeft ongevraagd de glazen vol gehouden. Ik spreek een aantal leuke gasten, die ik heus wel eens op een feestje heb gezien, maar nog nooit gesproken. Ik zet mijn hoed af, het is bloedheet. Anderen houden het vol met de hoedjes. Ook doe ik mijn mantel af en om mijn arm met picc-lijn heb ik een hoesje van een zwarte sok waarvan ik de voet heb afgeknipt. Zwart in overeenstemming met mijn zwarte feestpak. In de picc-lijn-verzorgingsbox zat wel een metertje huidkleurige kous, maar dat leek in de verste verte niet op mijn huidskleur, op die van niemand vermoed ik. Barbie-plastic-kleur stretch-kous, daar ga ik echt niet mee lopen. Het is dus een sok geworden.

Ik had per mail afgezegd voor het diner. Ik ben er van uit gegaan dat mijn gezondheid zo'n lange feestdag niet toe zou laten. De vader van de bruid haalt me over om wel te komen naar het diner en 'dan ga ik toch gewoon naar huis als het niet meer gaat'. Hij regelt het met de ceremoniemeester en niet veel later loop ik mee naar het restaurant. Ik loop, fiets aan de hand, anderen zwalken al wat na vier uur borrelen. Strato laat zijn fiets 'ergens' staan.

Met ingang van het diner, drink ik niet meer. Ik heb me 'A' ook niet opgegeven voor het wijnarrangement en 'B' als ik dit een poosje vol wil houden, kan ik me beter met glaasjes water onderhouden. Dit lukt uitstekend. Het restaurant is proppievol met het bruidsgezelschap en we hebben aangewezen zitplaatsen en halverwege de avond changer.

Familieleden hebben nog een aantal (muziek)stukjes voorbereid, dus tussen de gangen door nemen we dit tot ons. De broer van de gom blijkt heel verdienstelijk gitaar te kunnen spelen. De vader speelt accordeon. De moeder geeft levenslessen met symbolische cadeaus. De vader en de moeder van de bruid doen een levensloop met diashow. De mensen blijven drinken, de damp slaat er van af.

Vóór het hoofdgerecht wat om half elf geserveerd gaat worden, heb ik mijn 'zakken' eigenlijk 'vol'. Ik zeg tegen Strato dat ik wellicht naar huis moet gaan. Hij is, net als iedereen behoorlijk beneveld, dus mijn kordate man is een 'straatje om' zogezegd. Hij hoeft niet met me mee, maar ik kan wel wat aanmoediging gebruiken blijkbaar. Dat gebeurt niet, iemand zegt dat ik nog geen hoofdgerecht heb gegeten, dat weet ik, ik blijf.

We hebben gechangeerd, al is het niet heel succesvol, veel mensen snappen de opdracht van de stoelendans niet door de staat waarin ze verkeren. Ik kom te zitten naast een man van mijn leeftijd. Mijn blote hoofd is hem niet ontgaan en hij heeft inmiddels van anderen begrepen wat er met me aan de hand is.

Hij moet aan zijn vrouw denken als hij naar me kijkt. Zijn vrouw is dood. Ze hebben een zoon van 4 jaar. De man vraagt of hij me mag feliciteren. Dat mag best, ik hoop nog even dat hij me met het bruidspaar feliciteert, maar in mijn hart weet ik beter. Hij feliciteert me met het feit dat ik niet nu dood ga. Ik vind de situatie erg pijnlijk. Ik probeer een aardig gesprek te voeren, maar het valt niet mee. Ik weet gewoon niet wat ik moet zeggen. De man is gebroken en mogelijk dronken, ik ken hem niet en heb enorm met hem te doen. Het feestelijke toetje, wat voor onze neus wordt opgemaakt door het dappere personeel, ontgaat ons beiden.

De vader van de bruid gooit een glas met inhoud over tafel, dit druipt tussen de naden door op mijn broek. Een ander glas met inhoud leegt hij in de kaarsenhouder. Ik zie ontreddering bij het personeel. Strato speelt onder aanmoediging van de broer van de gom en voor het eerst in 7 jaar gitaar en zingt hier uit volle borst niet bestaande woorden bij. Steef barst in huilen uit. De mensen die buiten gaan roken, doen de deur niet meer dicht. Het was een enorm leuk feest. Ik had twee uur eerder naar huis moeten gaan.

Ik stuur een foto van mezelf in feestkledij op de bruiloft, met bloot hoofd, via Whatsapp naar mijn familie. Nathalie reageert: 'Liefie, waarom heb je je pruik niet op?'