maandag 24 februari 2014

Première

Blootshoofds ga ik op de film première af, waar ik voor uitgenodigd ben. Weken ben ik bezig geweest om een feestelijke, vintage en low budget outfit bij elkaar te shoppen op internet voor deze gelegenheid. Een jaren '70 polyester broekpak heb ik in VS besteld. Een zwarte harembroek (niet overdreven zakkerig harembroek model) met hier aan vast een bovenstuk met dramatisch geplooide stof in zilver en zwart en met flinke schoudervullingen, heel feestelijk. Toen ik het pak uitzocht, dacht ik nog dat ik een Picc-lijn te verhullen had. Het pak is volgens 'track & trace' al sinds 18 februari in het land, maar de Douane wil het eerst zelf aan naar een feestje denk ik, in ieder geval heb ik het niet ontvangen. Hierbij wilde ik dan mijn cognackleurige Hugo Boss laarzen aan. Ook heb ik een cognackleurige clutch uitgezocht op Marktplaats (heren dat is een avondtas zonder schouderband, hooguit met een polsband). Deze clutch is ook nog niet aangekomen, daar sta ik dan met mijn Hugo Boss laarzen.....

Ik doe mijn kerstkleed maar aan bij mijn laarzen, net als naar de bruiloft vorig weekend. Toen, 5 minuten voor de trouwceremonie in het Stadhuis heb ik hier nog een opvallende goudkleurige halsketting bij 'gescoord' in een winkel naast het Stadhuis. Helemaal niet volgens mijn eigen modegevoel, maar het was nodig, om mijn blote hoofd een beetje te omkleden. Die flitsende ketting kan nu ook prima. Een bijpassende clutch of tas heb ik nu ook niet, dus met een veiligheidsspeld monteer ik mijn huissleutels in mijn jaszak (van die winterjas die niet meer dicht kan) en wat ik verder nodig heb, stop ik in mijn BH.

Bij aankomst in het lokale concertgebouw, wordt ik direct naar de rode loper gedirigeerd door een knul in een pandjesjas. Net als de mensen voor me en achter me, vraag ik of ik eerst mijn jas naar de garderobe mag brengen. Dat mag niet. Ik doe het toch, ik weet de weg hier en steek rechtdoor over naar de garderobe en neem de rest van de avond ook echt niet de 'verplichte' afslag naar links, over de hevig verlichte rode loper, omkleed met paparazzi en filmploegjes om aan het einde rechtsomkeer achter de coulissen weer terug te lopen in het donker naar de bar. Doei. Ik ben een echte Hollander. 

De BN-ers maken wel het verplichte rondje over de rode loper en de donkere achterom. Geen van hen heeft zijn of haar jas nog aan, wel uitzonderlijke couture creaties, goed of slecht gelukt. Die mevrouw die ik in het vorige bericht beschreef, de bosnimf, kon zo hier de rode loper op. Het is een 'black tie event'. Heel grappig vind ik dat de Couleur Locale dames zeer divers gekleed zijn, van 'mantelpakje komt net uit haar werk', 'katoenen, gekreukelde rok: Ik draag anders nooit een rok' en 'kerstfeest' (dat ben ik) tot 'ongepaste zomerjurk'. De BN-er dames pakken goed uit, die doen dit vaker. In ons 'dorp' zijn we dat niet gewend en vinden we dat ook een beetje poeha. De heren echter, zien er allemaal hetzelfde uit; Black Tie.

Hoe de film was, weet ik niet meer precies. Dat was gauw weer vergeten doordat we na de film heel hard hebben moeten werken. Twee uur lang hebben de 'dorpelingen' geklapt en geklapt. Eerst voor iedereen op de aftiteling. Toen voor de fysiek aanwezige regisseurs en acteurs, de geldschieters en sympathisanten. Als die elkaar allemaal in wisselende formatie en huilend in de armen vallen, blijven wij klappen. Ook al gaat het ons weinig tot niks aan, voelen we niet mee met deze mensen en de uitdagingen die ze overwonnen hebben, waren we niet bij alle gebeurtenissen achter de schermen, we zijn wel beleefd. Als dan ook nog de Consul van Hongarije het podium krijgt, zijn de hoofdrolspelers het ineens zelf zat. Ze verlaten in het volle licht het podium terwijl de Consul ze net hele bijzondere en lekkere, Hongaarse specialiteiten in cellofaan aan wilde bieden. Daar stond die man met zijn etenswaren. De 'dorpelingen' volgen het voorbeeld van de acteurs. Onze handen zijn rood en dik van het klappen, we houden ermee op, we gaan drinken.

In de foyer kom ik direct een ex tegen. Een vreselijke vent, waarmee ik kort en 'verplicht' verkering heb gehad en die altijd bij dit soort feestjes is, maar daar niks te zoeken heeft. Ik laat me makkelijk in een ongewenste 'liefdesrelatie' manoeuvreren als ik even niet oplet. Dat is me vaker overkomen. Op school hebben we hier nooit iets over geleerd. Mijn vader was niet in de buurt om me te waarschuwen. Die ex dus, die bestudeert mijn kale bol. Hij zegt 'sterkte' tegen me en geeft me een schouderklopje. Hij kijkt werkelijk bezorgd naar me, dat brengt me even uit balans. Ik houd me aan mijn eigen regel, van toepassing op dit soort voorvallen, ik bedank hem vriendelijk en loop gauw weg, anders kom ik de rest van deze enerverende avond niet meer van hem af en erger ik me rot.

'Links de BN-ers, rechts de 'dorpelingen'. We mengen ons niet, socialiseren niet met elkaar. De lokale fine fleur, klapvee, wat moeten 'ze' er verder mee.

Film: 'Kenau' van Maarten Treurniet, met Monic Hendrix en Barry Atsma.

AVL 21.1: Persoonlijke verzorging


Ik vergeet al tijden dat ik nog iets met jullie wil delen over een heel wonderlijke map met inhoud in de wachtruimte van de Dagopname van AVL. Het betreft een informatiemap met de titel 'Goed verzorgd, beter gevoel'. Daar is wat voor te zeggen, als je in de spiegel kijkt en je bent aangenaam verrast, daar wordt iedereen een momentje gelukkig van en voel je je inderdaad beter. Dat is wat beoogt wordt met de inhoudelijke informatie in de map en op deze inhoud heb ik niets af te dingen.

Wat hier echter totaal niet op lijkt te duiden is de foto op de kaft van de map. Ik zal deze onderaan dit bericht met jullie delen; In mijn optiek een vrouw met een onnodige blik en een hoofdtooi waarmee ze goede sier zou maken in een 'traditionele Midzomernacht viering' in een tijd dat (sommige) mensen geloofden dat planten midzomer geneeskrachtige en magische krachten hebben en deze midzomernacht plukten. De mevrouw op de kaft krijgt wel een tien voor lachen. Ik heb nog nooit zo'n blije kankerpatiënt gezien. 

Vandaag dus weer chemokuur Taxol voorafgegaan aan Herceptin. Nummer (nog niet) zoveel. Ik wil niet tellen, misschien als ik over de helft ben. Ik baal nog vreselijk van het rottige avontuur met het inbrengen en verwijderen van de Picc-lijn en de trombose. Strato prikt prima de dagelijkse injectie met antistollingsmiddel en ik ben blij dat hij dat zonder schroom doet. Eerder wat te vlot soms. Hij heeft af en toe de beschermdop al van de naald en moet de plek op mijn buik nog ontsmetten, met wantrouwen volg ik dan het vervaarlijke steekspel in de lucht en in de buurt van mijn buik met de 'blote' naald terwijl Strato zich concentreert op het schoonwrijven van een geschikte plek naast mijn navel. Ik heb dit bespreekbaar gemaakt.

Geen bijzonderheden vandaag tijdens de chemo. Ik probeer zo goed en zo kwaad als het gaat een tukje te doen. Lig hier toch 4 uur lang, volledig onthand en suf van de toegediende antihistamine Tavegil. Infuus in mijn linkerhand, geen bewegingsvrijheid in mijn rechterarm. De blaren zijn ook nog niet helemaal weg. Ik denk dat het koortsuitslag is en het broedt nog even na. Mijn handen zien er uit als 'een boerderij'. Ik heb met twee componentenlijm, dag en nacht, slotjes aan armbandjes gelijmd. Ik heb geen nagels meer maar zwarte lijm-met-leer korsten. Dora de verpleegkundige vraagt wat ik gedaan heb met mijn nagels. Strato zegt tegen Dora dat we nog wilden vragen of dat soms door de chemotherapie kon komen. Strato maakt een grapje en Dora kan er hartelijk om lachen.

Toen ik vorige week met mijn gebruiksonklare Picc-lijn in mijn rechterarm lag aangesloten aan het infuus met mijn linkerpols, maakte verpleegkundige Ellen ook een leuke grap. De verpleegkundige die het werk van Ellen kwam controleren, -ze doen hier alles dubbel checken en dat kan heel geen kwaad in het geval van chemotherapie- keek verbaasd naar het infuus in mijn linkerpols. Ellen zei tegen haar collega dat ze even vergeten was dat ik een Picc-lijn had, vandaar. Ik vond het een behoorlijk goede grap, vooral omdat de collega van Ellen haar heel verstoord aankeek. Het is werkelijk een dolle boel in het AVL.

Strato, mijn lieve, lieve man en vanaf vandaag mijn pedicure. Vanavond moet ik naar een zogenoemd 'rode loper event' en daar kan ik toch onmogelijk met mijn zwarte 'klauwen' aankomen zetten. Eerst met een nagelvijl, maar al gauw met een zakmes, krabt Eric mijn nagels schoon. Er komt ook veel aceton aan te pas. We hebben de dame in het bed naast ons om toestemming gevraagd voor het gebruik van aceton, een vluchtig oplosmiddel, ze vindt het geen probleem, al krijg je er wellicht kanker van. Als mijn nagels zo ongeveer schoon zijn, lijmt Strato kunstnagels van de HEMA op mijn handen. Net echt en heel keurig om te zien bovendien!




maandag 17 februari 2014

AVL 20.1: Het zit tegen


Vandaag heb ik eerst een controleafspraak met dokter In der Sas. Alvorens we haar te spreken krijgen, wordt ik weer even gemeten en gewogen. Ik ben 14 kg te zwaar, vind ik zelf.
Ik had het al gemerkt, pas nu helemaal niks meer uit mijn eigen garderobe, behalve joggingpakken. Mijn winterjas gaat niet meer dicht. Ik ben definitief van de theorie af dat ik af zou vallen van chemokuren. Mijn nachtelijke vreetbuien zijn onverminderd. Momenteel eet ik zoveel kokosmakronen als ik maar kan.

Bij dokter In der Sas vertel ik dat ik hevige spierpijn ervaar in mijn rechterarm. Ik kan mijn arm nauwelijks optillen en al helemaal niet strekken. Mijn arm blijft steken in Barbie-stand. Dit werkt op zich prima met de armbandjesmakelij en ik denk zelf dat de spierpijn hier ook door veroorzaakt wordt. De Picc-lijn voelt alsof iemand de hele dag stevig in mijn arm op mijn biceps drukt met een vinnige wijsvinger. Sinds een paar dagen heb ik blaren op mijn arm, aan de rand van de pleister van de picc-lijn. Daardoor raakt te pleister een stukje los en krijg ik nieuwe blaren aan de 'nieuwe' rand van de pleister. Gisteravond had ik het blaren-toppunt bereikt. De derde 'nieuwe' pleister-rand met hierlangs één lange blaar van zo'n 4 bij 1 centimeter. Een dikke, gele, pijnlijke, jeukende vochtblaas.

Dokter In der Sas is niet zozeer onder de indruk van de blaar, maar wel van het feit dat mijn rechterarm anderhalf keer dikker is dan mijn linkerarm zo op het oog en dat terwijl ik links ben; Mijn rechterarm zou niet 'beter ontwikkeld' kunnen zijn dan mijn linker. Het was mij nog niet opgevallen, maar nu ze het zegt, ik krijg ook geen mouw met fatsoen over deze bovenarm, het zit allemaal te strak. Ik dacht een combinatie van picc-lijn materieel en gewichtstoename. Dokter In der Sas voelt aan mijn arm. Dik, warm en hard. Ze denkt aan oppervlakkige trombose. Ze wil graag dat er een echo gemaakt wordt van mijn arm om dit te bevestigen of uit te sluiten en ze belt met Radiologie of dit per omgaande mogelijk is. Bij Radiologie wil de telefoniste weten waarom dokter In der Sas een acute echo bestelt en of de picc-lijn het nog doet. Nu is dokter In der Sas niet lief meer. Op strenge toon spreekt ze de persoon aan de andere kant van de lijn toe. 'We weten niet of de picc-lijn het nog doet', ik ben nog niet naar de dagopname voor mijn kuren, 'dat komt straks en daarom willen we nu eerst een echo'.

Het lukt niet. Ik mag voor een echo komen als ik klaar ben bij de dagopname. Door de lange inlooptijd van het infuus, zal dat ook lastig worden, tegen de tijd dat ik klaar ben vandaag, is 'de echo' al naar huis waarschijnlijk. Enfin, er wordt naar een oplossing gezocht. Ik mag me melden bij de dagopname. Doordat het spreekuur bij de poli wat uitliep, ben ik een kwartier te laat op de afdeling dagopname. Mijn verpleegkundige Ellen moppert hierover. Ook al kan ik er niks aan doen,  ze moeten volgens haar dan maar afspraken met de doctoren eerder plannen. Ik snap haar punt, maar kan het niet heel serieus nemen. Dit is werkelijk de eerste keer dat ze zelf blijkbaar op tijd waren voor mijn komst. Ik heb altijd te maken met een uitloop van een kwartier tot drie kwartier op de dagopname. Het moet haar dus niet vreemd voorkomen, hoe e.e.a. leidt tot vertraging.

Alvorens ik aan het infuus ga, nemen ze eerst bloed af via de picc-lijn. Althans dat is de bedoeling. Ellen sluit een lege injectiespuit aan op de picc-lijn en trekt aan de plunjer. Er gebeurt niks. Dan sluit ze een injectiespuit aan met zout water en duwt. Het water gaat met moeite naar binnen, dan trekt ze weer aan de plunjer. Het water en of bloed komen niet terug. Picc-lijn werkt niet. Tijd voor overleg met de hoofdverpleegkundige. 

Ook al wilde ze dat eerder juist niet, omdat ik links geopereerd ben, wordt er besloten om een gewoon infuus aan te leggen in mijn linkerpols. Ik kan wel janken. Lig ik daar met mijn picc-lijn -en dat was echt niet fijn toen ik die kreeg- rechts en met een regulier infuus links. Heb ik het nu voor elkaar?!

In ieder geval zijn mijn bloedwaarden in orde, dus na de Herceptin krijg ik ook de Taxol. Ik heb vandaag nog wel mijn computer meegesleept om te kunnen bloggen. Met mijn picc-lijn in mijn rechterbovenarm leef ik in alle 'vrijheid' met mijn onderarmen. Dat blog-feestje gaat niet door. Ik kan niks meer met dat infuus in mijn linkerhand.

Tijdens de Taxol krijgen we te horen dat ik mag komen voor een echo. Het belang daarvan is nu groter vanwege de picc-lijn storing. Eigenlijk mag ik de afdeling niet af tijdens de chemokuur, maar ze maken een uitzondering. Wel krijg ik een verpleegkundige als chaperonne mee. Strato gaat ook mee. Als ik aan de beurt ben voor de echo, vraagt de echoïst of mijn bovenkleding uit kan. Tuurlijk, al is het maar half, ik zit vast aan een infuus.

Met veel gel en een rolding wordt mijn hele arm bekwijld. Ik moet mijn arm uitstrekken, dat gaat nauwelijks. Regelmatig duwt de echoïst met het apparaat ergens op mijn zere arm of oksel en dan drukt ze op een knopje en hoor ik 'piep'. Ik denk dat ze dan foto's maakt. Niet alleen mijn arm is aan de beurt, ook een deel van mijn borst en schouder worden onder gekwijld. Volgens de echoïst gaat het wel uit je kleren, die gel. Ik vind het prima. Van alle mogelijke behandelingen is het maken van een echo wel het allermakkelijkst en minst pijnlijk of invasief. Als ik klaar ben, zegt de echoïst dat ze trombose ziet onder mijn sleutelbeen. Dat is waar de draad van de picc-lijn uitkomt in mijn lijf.

Ik lig weer in mijn 'eigen' ziekenhuisbed, nog altijd aan de taxol-drup, als dokter In der Sas een hele poos later verschijnt. 'Ja, je had het zeker al gehoord: flinke trombose'. Picc-lijn moet er uit en vanaf vandaag en de komende drie maanden moet ik iedere dag een injectie met antistollingsmiddel. De verpleegkundige doet zo voor hoe dat moet. WAT?! 

Ik kan alweer bijna janken. Ik houd me in, maar er biggelen wel een paar tranen langs mijn wangen als dokter In der Sas de Picc-lijn uit mijn arm trekt. Ik kijk niet. Ik voel er helemaal niks van, dat valt me enorm mee. Ze moet wel 10 minuten lang de ader in mij bovenarm stevig dichtgedrukt houden. Die arm deed toch al pijn, lekker drukken dus maar. Daarna krijg ik drukverband, pijnlijk. Later op de avond, als het verband er af mag, lijkt mijn arm wel een hondenkluif; 'Dik-dun-dik'.

Tijdens het dichtdrukken zijn de verpleegkundigen ook in de buurt. Ik bespreek mijn vreetbuien, troosteten, dat is wat ik doe. En dat ik, ondanks de chemo, alleen maar aankom. Internist dokter In der Sas zegt dat ze zich herkent in het troosteten. Het is eigenlijk best gezellig zo. Iedereen hier heeft medelijden met me. Terecht.

Strato krijgt een lesje in hoe hij mij dagelijks in mijn buik moet injecteren met antistollingsmiddel. Dat gaat hem prima af. Het is een klein naaldje en mijn man zet deze 'tjoep' in mijn buik.

maandag 10 februari 2014

AVL 19.1: Het zit mee


Vandaag Herceptin en Taxol, zonder Dexamethason. Daar kijk ik in zekere zin wel naar uit.
De kuren worden langzaam toegediend en ik wordt in de gaten gehouden door verplegend personeel. Al de hele voorgaande week, heb ik het licht-benauwd. Ik kan slecht doorademen. Net of ik in een chloorzwembad ben geweest. Inmiddels heb ik ook stekende pijn tussen mijn schouderbladen. Is er iets met mijn longen?

De hoofdverpleegkundige onderzoekt me en luistert met een stethoscoop naar mijn borst en rug.
Tussen de Herceptin en Taxol door, mag ik naar Radiologie voor een longfoto. Om een goede foto te kunnen maken, moet ik met mijn borst tegen een plaat, borstplaat hihi, gaan staan en met mijn armen boven mijn hoofd een beugel beethouden. Ik krijg mijn armen bijna niet boven mijn hoofd. Links door de operatie, rechts door de picc-lijn. Sinds de picc-lijn kan ik mijn rechterarm niet meer strekken. Ik voel me net een marionet in rust en zo zie ik er ook uit als ik demonstreer hoe hoog ik mijn armen op kan tillen en tegelijkertijd laat zien hoe goed ik ze kan strekken. Werkt dus allemaal niet meer naar behoren. Ik houd mezelf voor dat dit allemaal weer goed komt.... een keer.

Niks aan het handje met mijn longen en labwaarden zijn goed. Het is onbekende pijn. 'In de gaten houden' is het advies. We gaan door voor de Taxol. Met het Herceptin infuus mag je de afdeling nog wel af met je rijdende kapstok, maar als eenmaal de chemokuur er in zit, dan mag je niet meer weg, wegens besmettingsgevaar. Van de Taxol krijg ik vandaag een beetje koorts. Het infuus wordt wat geknepen, maar we gaan wel door met de behandeling.

Die avond wordt ik niet rood, ik slaap prima met mijn 'lichte verhoging' en de volgende dag zwel ik niet op. Dat is voor het eerst sinds ik aan het 'chemokuren' ben!

zaterdag 8 februari 2014

Bruiloft


Vrienden van ons trouwen vandaag.

Ik heb geen zin in mijn pruik en ben ook helemaal klaar met de pluis op mijn hoofd, kan niet langer naar mezelf in de spiegel kijken. Strato heeft gisteravond mijn hoofd kaal geschoren. Dat ziet er een stuk frisser uit. Ik vraag aan Strato of ik met mijn blote hoofd naar de bruiloft mag, en niet het momentum van de bruid op enig moment steel met mijn blote bol. Volgens Strato kan het makkelijk en ik vertrouw het gezelschap met mijn blote hoofd.

Voor de ceremonie en tegen de kou zet ik een gezellig rood dophoedje op. Dit valt helemaal op z'n plek, want het bruiloft thema is 'jaren 20'. Er zijn meer hoedjes. Veren, netkousen, dunne snorretjes en mooie herenpakken zijn er ook. We zitten in de kleine trouwzaal, dus niet iedereen heeft een zitplaats. Strato heeft een stoel gevonden met mijn naam erop. Naast mij mogen nog meer 'gehandicapte' mensen zitten. Daar is over nagedacht door het bruidspaar en het is erg prettig.

Het officiële gedeelte van deze dag wordt wat minder officieel door de input van de vader van de bruid en een levenslied van de Zangeres zonder Naam, gezongen door de stiefmoeder van de bruid. Geen idee of het bruidspaar hierop zit te wachten, of ze dit zelf geregisseerd hebben. Ik ben niet genoeg in deze trouwpartij ingevoerd om hier iets van te vinden. De broer van de bruid ziet er fantastisch uit, hij heeft zich goed ingeleefd in het thema.

De bruid en gom zijn ook prachtig en ze hebben twee schattige kinderen die zich keurig gedragen tijdens het ceremonieel. Hierna lopen we naar een café voor een borrel. Het mag, het is allang middag en zaterdag. Het stadhuis was zelfs speciaal voor deze gelegenheid van het slot gegaan. De borrel duurt iets van 4 uur, dat weet ik niet meer precies, want ik heb aardig geborreld. Het personeel heeft ongevraagd de glazen vol gehouden. Ik spreek een aantal leuke gasten, die ik heus wel eens op een feestje heb gezien, maar nog nooit gesproken. Ik zet mijn hoed af, het is bloedheet. Anderen houden het vol met de hoedjes. Ook doe ik mijn mantel af en om mijn arm met picc-lijn heb ik een hoesje van een zwarte sok waarvan ik de voet heb afgeknipt. Zwart in overeenstemming met mijn zwarte feestpak. In de picc-lijn-verzorgingsbox zat wel een metertje huidkleurige kous, maar dat leek in de verste verte niet op mijn huidskleur, op die van niemand vermoed ik. Barbie-plastic-kleur stretch-kous, daar ga ik echt niet mee lopen. Het is dus een sok geworden.

Ik had per mail afgezegd voor het diner. Ik ben er van uit gegaan dat mijn gezondheid zo'n lange feestdag niet toe zou laten. De vader van de bruid haalt me over om wel te komen naar het diner en 'dan ga ik toch gewoon naar huis als het niet meer gaat'. Hij regelt het met de ceremoniemeester en niet veel later loop ik mee naar het restaurant. Ik loop, fiets aan de hand, anderen zwalken al wat na vier uur borrelen. Strato laat zijn fiets 'ergens' staan.

Met ingang van het diner, drink ik niet meer. Ik heb me 'A' ook niet opgegeven voor het wijnarrangement en 'B' als ik dit een poosje vol wil houden, kan ik me beter met glaasjes water onderhouden. Dit lukt uitstekend. Het restaurant is proppievol met het bruidsgezelschap en we hebben aangewezen zitplaatsen en halverwege de avond changer.

Familieleden hebben nog een aantal (muziek)stukjes voorbereid, dus tussen de gangen door nemen we dit tot ons. De broer van de gom blijkt heel verdienstelijk gitaar te kunnen spelen. De vader speelt accordeon. De moeder geeft levenslessen met symbolische cadeaus. De vader en de moeder van de bruid doen een levensloop met diashow. De mensen blijven drinken, de damp slaat er van af.

Vóór het hoofdgerecht wat om half elf geserveerd gaat worden, heb ik mijn 'zakken' eigenlijk 'vol'. Ik zeg tegen Strato dat ik wellicht naar huis moet gaan. Hij is, net als iedereen behoorlijk beneveld, dus mijn kordate man is een 'straatje om' zogezegd. Hij hoeft niet met me mee, maar ik kan wel wat aanmoediging gebruiken blijkbaar. Dat gebeurt niet, iemand zegt dat ik nog geen hoofdgerecht heb gegeten, dat weet ik, ik blijf.

We hebben gechangeerd, al is het niet heel succesvol, veel mensen snappen de opdracht van de stoelendans niet door de staat waarin ze verkeren. Ik kom te zitten naast een man van mijn leeftijd. Mijn blote hoofd is hem niet ontgaan en hij heeft inmiddels van anderen begrepen wat er met me aan de hand is.

Hij moet aan zijn vrouw denken als hij naar me kijkt. Zijn vrouw is dood. Ze hebben een zoon van 4 jaar. De man vraagt of hij me mag feliciteren. Dat mag best, ik hoop nog even dat hij me met het bruidspaar feliciteert, maar in mijn hart weet ik beter. Hij feliciteert me met het feit dat ik niet nu dood ga. Ik vind de situatie erg pijnlijk. Ik probeer een aardig gesprek te voeren, maar het valt niet mee. Ik weet gewoon niet wat ik moet zeggen. De man is gebroken en mogelijk dronken, ik ken hem niet en heb enorm met hem te doen. Het feestelijke toetje, wat voor onze neus wordt opgemaakt door het dappere personeel, ontgaat ons beiden.

De vader van de bruid gooit een glas met inhoud over tafel, dit druipt tussen de naden door op mijn broek. Een ander glas met inhoud leegt hij in de kaarsenhouder. Ik zie ontreddering bij het personeel. Strato speelt onder aanmoediging van de broer van de gom en voor het eerst in 7 jaar gitaar en zingt hier uit volle borst niet bestaande woorden bij. Steef barst in huilen uit. De mensen die buiten gaan roken, doen de deur niet meer dicht. Het was een enorm leuk feest. Ik had twee uur eerder naar huis moeten gaan.

Ik stuur een foto van mezelf in feestkledij op de bruiloft, met bloot hoofd, via Whatsapp naar mijn familie. Nathalie reageert: 'Liefie, waarom heb je je pruik niet op?'