donderdag 30 januari 2014

AVL 16.2: Dokter Bernhard


Op de afdeling Radiotherapie krijg ik straks mijn 'Picc-lijn'. Ik zie er tegenop, maar het is voor een goed doel; De komende 11 weken geen infuus in mijn hand of pols, geen pijn, geen optrekkende kou in mijn arm, geen drukkend gevoel in mijn arm. Ik word dan gewoon, zoals een auto bij de pomp, aangesloten via mijn Picc-lijn.

Een verpleegkundige in operatie-ornaat komt me halen. Steef mag wel even meelopen naar de kleedruimte, maar ze mag niet mee naar binnen in de behandelruimte. Vanuit de kleedkamer kijken we naar binnen, het is een operatiekamer met röntgenapparatuur. Het ziet er veel serieuzer uit dan ik had verwacht, bepaald geen behandeltafel achter een kamerscherm, zoals bij de huisarts. We blijven braaf achter de drempel tussen de kleedruimte en operatiekamer.

Steef gaat terug naar de wachtkamer en ik moet mijn bovenkleding uit en ketting af. Ik waarschuw de verpleegkundige dat ik een flauwvaller ben. In de operatiekamer moet ik op tafel gaan liggen, met mijn rechterarm op een steun. Mijn linkerarm mag ik bij me houden, maar dat valt nog niet mee, de tafel is supersmal. De verpleegkundige, Martha is erg lief voor me en kletst over van alles om me gerust te stellen. Ze krijgt versterking van Gerrit. Hij is druk met voorbereidingen. Volgens Martha en Gerrit komt de dokter er zo aan.

Dokter Bernhard geeft me een hand. Hij kijkt heel boos, maar ik trek het me maar niet aan. Hij kan toch onmogelijk boos zijn op mij, we kennen elkaar niet. Hij verdwijnt direct weer, ik wordt nu eerst voorbereid voor de ingreep. Gerrit klapt een groot, blauw, papieren laken uit over mijn lijf. Het laken heeft een gat en plakrand, dit gaat op mijn rechterarm. Martha legt uit dat ik wel een verdovingsinjectie krijg zo en dat dit niet fijn is. Ze spuit een spray op mijn arm, die mijn huid wat zou moeten verdoven, ze hoopt dat ik dan minder last heb van de prik.

Omstebeurt gaan Martha en Gerrit naar de ruimte ernaast, door een raam kan ik ze zien. Ze pakken zichzelf goed in met allerhande beschermende kleding en operatie tenue. Ze lijken wel op soldaten uit het terracotta leger met de borstlappen, beenflappen en halsbescherming. Dan komt dokter Berhard weer binnen, hij heeft iets aan wat op een kogelvrij vest lijkt en laat zich in operatie tenue helpen door Gerrit. We gaan beginnen.

Met een echoapparaat wordt de geschikte ader in mijn rechterbovenarm gezocht. Dan komt de verdovingsprik. Oh wat is dat naar. De prik, nou ja, maar de pijn van het inspuiten van de vloeistof. Mijn spier wil dat niet, er is geen ruimte voor de vloeistof en dat doet zeer. Ik krijg het bloedheet. Ik kijk niet, maar de dokter vertelt wat hij doet. Hij maakt een sneetje en duwt daar een buisje doorheen. Het maken van het sneetje voel ik niet, maar het naar binnen drukken van het buisje voelt echt niet lekker. Ik lig te hijgen op tafel, probeer door mijn neus goed in te ademen en door mijn mond uit te blazen. Met mijn linkerhand heb ik de band van mijn broek vastgehouden omdat er geen ruimte op tafel is voor deze arm. Mijn arm glijdt nu weg, Martha houdt mijn arm tegen, zodat deze niet van tafel valt.

Martha vraagt of ik getatoeëerde wimperlijntjes heb. Klopt. Dat heeft zij ook, maar ze vindt die van mij mooier. Ik zeg dat het er bij haar ook goed uitziet. Volgens haar komt dat omdat ze haar wimperlijnen dagelijks bijwerkt met eyeliner.

Een grote, witte doos, die lijkt te zweven, wordt boven mijn borst geplaatst, röntgenapparaat. De dokter duwt een draad door het buisje. Hier voel ik helemaal niks van, de binnenkant van een ader heeft geen zenuwen. De draad gaat zo'n 30 cm naar binnen en komt ergens onder mijn sleutelbeen uit. Dit zie ik zelf niet op de röntgenmonitor, heb er geen weet van. Ik heb last van koud zweet.

Dokter Bernard vertrekt weer. Ik stel me voor dat hij in het weekend wijn proeft en 'Arts & Auto' leest. Dat hij zich niet ophoudt met plebs. Doordeweeks zet hij zijn talenten in om het gepeupel te 'redden'. Ik vind het niet zo'n leuke dokter. Later spreek ik Hidde, hij zegt dat hij dokter Berhard geïnstrueerd heeft, het zijn collega's. Wellicht was dokter Berhard daarom boos op me, hij doet niet aan 'speciaaltjes'.

De operatie is voorbij, maar de flauwvallerij nog lang niet. Ik ga twee keer zitten en weer twee keer liggen. Steef wordt erbij gehaald. Ik ben paniekerig, want ik lig hier de 'boel op te houden'. Ongetwijfeld moeten er nog meer mensen geholpen worden in deze 'dure', steriele ruimte. Volgens de wat drukke, lieve Martha en de goedlachse Gerrit is dat niet zo, ben ik de laatste patiënt van vandaag. Dus ik mag rustig aan doen. Nu Steef wel naar binnen mag in de steriele ruimte, vraagt ze Gerrit wat ze nu precies met me gedaan hebben. De monitor is al uit, maar speciaal voor ons gaat hij in de ruimte ernaast en zet de monitor weer aan en zoekt het röntgenplaatje van mijn ribbenkast. Op het plaatje is te zien dat de lijn van mijn arm tot in mijn lijf loopt, we zien het draadje tot een paar centimeter onder mijn sleutelbeen.

Lief en leuk allemaal, maar ik blijf maar hijgen en 'wegtrekken'. Ik zeg tegen Steef dat we gaan. Ik wil weg uit deze ruimte. Ik kleed me aan, dat valt niet mee met mijn nieuwe 'uitrusting'. Ik dacht dat ik een 'ventieltje' in mijn arm zou krijgen. Er hangt 5 cm slang uit mijn arm met hieraan een hard plastic buisje van 10 cm. Ik heb een deels doorzichtige pleister van 12x12 cm en op de plek waar de draad mijn arm ingaat zit een sponsje met de tekst 'Bio material'.

Ik doe het gewoon zoals vorige keer. We gaan naar de dichtstbijzijnde wachtruimte, daar gaan we zitten en als het weer gaat, naar de volgende wachtruimte. Gelukkig zijn er veel wachtruimtes in het AVL.