donderdag 30 januari 2014

AVL 16.1: Interventie


Vandaag ga ik naar AVL met mijn vriendin Steef. Het is een spannende dag. Ik krijg een picc-lijn. Een semipermanent infuus in mijn rechterbovenarm. De komende 3 maanden krijg ik wekelijks een chemokuur per infuus. Bij voorkeur wordt ik alleen aan de rechterkant geprikt omdat ik linkszijdig geopereerd ben. Mijn aders worden aangetast door de chemokuren en door de frequentie van de infusen. Bovendien wordt ik emotioneel 'niet goed' van de infusen, dus een picc-lijn is een goede oplossing. Ook al loop ik dan de rest van de weken met een ventiel in mijn arm.

Steef en ik worden opgehaald door een zorgtaxi. We nemen plaats in een dikke Mercedes, ik stap voorin. Onze chauffeur is een 'rooie met sproeten', maar wat maakt dat uit, als hij zijn rijbewijs maar heeft (U begrijpt, ik maak een grapje, ik heb niks tegen roodharige mensen). We zijn de straat nog niet uit en de chauffeur geeft mij zijn Iphone in mijn hand. Hij zegt erbij dat ik even moet kijken. Ik kijk naar het scherm en lees 'Ditenmedat inloophuis, Eenofanderdorp'. Ik weet niet wat ik hiermee moet. Ik lees het hardop voor en vraag de chauffeur wat de bedoeling is. Had ik dat maar niet gedaan.

De chauffeur begint op officiƫle toon en met enige stemverheffing te oreren: 'Ik ben Mats en toen en toen, zus en zo, hier en daar, is er bij mij kanker geconstateerd, Melanoom'. Ik zit in een taxi en reis in gedachten mee met Mats van zijn okseltumor naar zijn buikplooi met verdachte plekjes. Het is te intiem en het heeft wat van een interventie, een commercial voor het inloophuis, ik weet niet wat ik hiermee moet. Steef en ik zijn er stil van. Het maakt niet uit, want Mats blijft vertellen en invullen. Mats kan in zijn scherm mijn geboortedatum zien, dus hij haalt aan dat we even oud zijn, dat we allebei gedacht zouden hebben: 'waarom ik' en dat het inloophuis voor hem uitkomst bood. Hij weet precies wat ik doormaak.

Steef en ik tonen begrip, maar proberen dit op een beleefd niveau te houden, zoals je dat doet bij onbekenden, vluchtige contacten. Steef doet zelfs een poging om het onderwerp te veranderen. Ze vraagt aan de chauffeur of hij meestal naar ziekenhuizen rijdt, of ook andere ritten heeft. Mats grijpt de vraag aan om te speculeren. Hij vermoedt dat zijn baas hem zo veel mogelijk kankerpatiƫnten laat vervoeren omdat hij daar affiniteit mee heeft. Vroeger reed Mats op een rolstoel-bus, maar dat kan niet meer, want hij heeft een Okseltoilet gehad, dat is het verwijderen van alle lymfeklieren, en daardoor kan hij zijn arm minder goed gebruiken, dus rijdt hij tegenwoordig op de luxe wagen.

Als Steef en ik bij het AVL zijn, weten we veel meer van Mats dan wenselijk, we zijn er stil van. Ik vind het oprecht heel naar voor hem, maar ik kan er tegelijkertijd niks mee, ik voel me niet echt verwant. Steef zegt dat het wel een 'AA bijeenkomst' leek. Daar leek het inderdaad op, goede omschrijving. Ik dacht dat ik in een taxi stapte en bevond me ineens in de therapiesessie van ene Mats. Pffff. Steef vraagt of ik dat erg vond. Eigenlijk best wel. Volgens Steef kon ze dat niet aan me merken en ze vond het heel knap hoe empatisch ik met Mats omging. Het heeft me wel wat gekost.

Een paar weken geleden was ik alleen thuis en zat ik er even doorheen. Op tv was een item over 'inloophuizen'. Met behulp van internet zoek ik het dichtstbijzijnde inloophuis op. Dit is drie dorpen verderop, dat vind ik te ver lopen.