Maandag chemodag. Vandaag ga ik voor de eerste
sessie van de tweede kuur.
Ik krijg chemokuur Taxol en daarbij ook
meteen de immunotherapie Herceptin.
Je schijnt allergisch te kunnen zijn voor
één van beide, dus tijdens de eerste kuur blijft er een verpleegkundige naast
me zitten, zodat toediening acuut gestaakt kan worden als ik het benauwd krijg
of opzwel. Als ik pijn in mijn buik of rug heb, moet ik het even zeggen, dat
kan Anna niet aan mij zien.
Ik schrik eerst een beetje als ik Anna aan zie komen, en ja, ze komt voor mij. De allereerste keer dat ik op de
dagopname was, ben ik geholpen door Dora met begeleiding van Anna. Daar was ik
niet zo tevreden over. Dora en Anna waren niet heel 'aanwezig' en ik des te
meer. Vandaag is alles anders. Anna is erg lief en betrokken. Als ze naast me
zit, terwijl ik aangesloten ben aan het infuus, neemt ze regelmatig mijn
bloeddruk en temperatuur op.
Anna neemt mijn bloeddruk op aan mijn
rechterbovenarm, de arm waarin het infuus in mijn hand is geprikt. In mijn pols
ging niet, die ader is nog niet hersteld van de vorige kuur. Niet lekker als
mijn arm door de bloeddrukmeter afgekneld wordt en tegelijkertijd een vloeistof
door mijn arm naar boven kruipt. Mijn andere arm is geen optie voor infuus of
bloeddrukmeten, want dit is de geopereerde kant.
Als Anna voor de zevende keer mijn
bloeddruk opmeet, geeft het apparaat aan dat mijn polsslag 224 is. Dit is enorm
veel te hoog. Het zegt me niks, ik lig doodkalm in bed, heb nergens last van.
Het infuus wordt stopgezet en mijn bloeddruk nog eens gemeten en nog eens, en
dan nog eens maar dan aan mijn rechteronderbeen. De uitslag blijft 224.
Anna kijkt me eens goed aan en
constateert ook geen enkele verandering in mijn lijf en gemoed. Ze komt op het
goede idee om een andere bloeddrukmeter te gaan halen. Voor de zekerheid komt
de 'Nurse Practitioner' ook even bij me kijken. Dat is het protocol in het
geval van buitengewone toestanden. De 'Nurse Practitioner' neemt mijn bloeddruk
op via een ouderwetse, beproefde methode; Met de vinger aan de pols en kijkend
op haar horloge. Het andere apparaat bevestigd de
bevinding van de NP, niks aan het handje zogezegd. Polsslag rond de 70. Wel
wordt er een aantekening gemaakt in mijn dossier.
Voor de zekerheid wordt het infuus wat
'geknepen' en het toedienen van de Taxol zo wat langzamer. Aan het einde van
het proces schijn ik wat bleek te zien, ik weet het niet, voel me redelijk in
orde. Voor zover je dat mag verwachten als je vergiftigd wordt met een chemisch
middel, oorspronkelijk een aftreksel van een Taxus struik in een oplosmiddel
van ruwe olie.
Als je dat niet al had, kun je daar
kanker van krijgen.
Voor het eerst zie ik er uit als een kankerpatiënt,
of zo je wil een junk. Spierwit gezicht met donkere kringen rond mijn ogen. Tegen
de tijd dat ik naar bed ga, verschijnt er op mijn gezicht een vlek; een warme,
rode vlinder. Mijn ogen, mijn neus, rond mijn mond en mijn hele kin zijn
vuurrood, mijn wangen en voorhoofd spierwit.
Ter verduidelijking, een plaatje van Taxol: