donderdag 5 december 2013

Olga

Deze week ben ik aan het 'werk'. Dat wil zeggen dat ik dagelijkse administratieve werkzaamheden heb om mijn leven met kanker te organiseren. Eergisteren een enorm uitgebreid formulier ingevuld voor onderzoek naar 'familiaire tumoren'. Ik heb dit formulier veel te lang laten liggen, zag er erg tegenop, want het betreft een uitgebreide rapportage van mijn (groot)ouders, broer, bloedverwante ooms en tantes, over ziektegeschiedenis en geboorte- en sterfdata. Ik heb een enorme familie!

Vandaag heeft Olga van de Thuiszorg mijn huis schoongemaakt, vorige week was het Rota. Ik verzin het niet, ze heten echt zo. Alhoewel Rota mijn huis doortastender en mooier schoon heeft gemaakt, is Olga amicaler en vind ik het makkelijker dat zij in mijn huis aan het werk is. Er heeft nog nooit een vreemde mijn huis schoongemaakt. Ik vind het gĂȘnant dat een onbekende mijn rommel op komt ruimen.

Terwijl Olga poetst, drink ik thee met Nathalie. Ze heeft een mooie jurk gekocht en wil graag subtiele lusjes aan de jurk voor een bijpassende ceintuur. Ter plekke haak ik een paar onopvallende lusjes aan haar jurk. Voor Nathalie hoef ik mijn muts niet op te houden. Ik houd mijn muts toch op, want ik doe het niet voor 'het gezicht', ik doe het omdat ik anders een koud hoofd heb! Ik heb net zo weinig 'haar' als een pas geboren vogeltje, maar het valt niet meer uit. Morgen ga ik naar Ploeger, daar ben ik deze week nog niet aan toe gekomen door alle 'kankeradministratie'.

Volgens mijn moeder moet ik een boek gaan schrijven, want ik schrijf zo goed. Dan moet ik wel een onderwerp bedenken, zegt ze. Ik weet wel een onderwerp, maar daar ga ik in de nabije toekomst geen boek over schrijven.