Nog een week tot de volgende chemokuur.
Eigenlijk ben ik heel moe, maar wil daar
niet echt in meegaan. Het is alweer mijn laatste 'goede' week tussen chemokuren
in. Ik heb een ambitieuze 'to do' lijst en wil dit allemaal gedaan hebben
voordat ik weer een week (of langer) ziek ben. Ik voel ook grote noodzaak om de
werkzaamheden op mijn lijstje te volbrengen want ik heb besloten om af te zien
van de BBZ aanvraag bij de Gemeentelijke 'Sociale' Dienst en ik ga ook zeker
mijn bedrijf niet op heffen en bijstand aanvragen.
Ik vind het wel weer mooi geweest, de
tegenwerkende beweging en rigiditeit van mijn 'sociaal consulent' van mijn Gemeente, die in dienst is van de burgerij. Het stuit me zeer tegen de
borst dat ze 2000 euro uit willen geven om een bedrijfsonderzoek te laten
plegen, terwijl mijn hulpvraag dat bedrag niet eens waard is. Verder ben ik
niet van volledig advies voorzien en dat weet ik omdat mijn moeder hetzelfde
werk heeft bij een naburige gemeente. Alwaar, volgens mijn moeder, ik wel de
toelage had gekregen in mijn situatie, terwijl de verantwoordelijke in mijn
gemeente zich blind wenst te staren op 'regel één' inzake de BBZ, te weten
'levensvatbaarheid onderneming'.
De Gemeente is zelf géén levensvatbare onderneming! De gewenste jaarlijkse bezuiniging bedraagt momenteel 10 miljoen euro.
Mijn moeder vindt het jammer dat ik de
aanvraag opgeef. Ze vindt het ook jammer dat de gemeente consulent de mening is
toegedaan dat mijn stress wordt veroorzaakt door het aandringen van mijn
moeder. Onzin! Het komt door de consulent zelf. Het leek wel of ik bij het
schoolhoofd op het matje moest komen toen we dan toch een afspraak hadden,
nadat ze me eerst telefonisch hebben proberen te lozen. Ik voel me misjegend
door de Gemeente.
Als ik dan toch ergens energie in moet
steken, dan véél liever in mijn eigen werk, ondanks ziekte. Zielenrust is me
meer waard dan de rust die ik zou kunnen hebben door de bescheiden toelage
(lening) die ik aangevraagd heb en waar ik voor moet touwtrekken.
Mijn moeder zegt dat ik een brief moet
schrijven en uitleggen waarom ik de aanvraag intrek. De wethouder en de krant
mogen het ook wel weten, maar ik heb er geen zin in. Ze bekijken het maar
verder, dan doe ik dat ook.
Ik maak nooit meer gratuit een reddingssloep voor de Gemeente Haarlem.