woensdag 20 augustus 2014

Vis op het droge


Iemand vraagt: 'Heb je wel eens een wortelkanaalbehandeling gehad?'
Nee, ik heb nog nooit een wortelkanaalbehandeling gehad. 'Dan gaat die vlieger niet op' zegt 'iemand'. Uit onderzoek is namelijk gebleken dat 97 procent van alle kankerpatiënten wel eens een wortelkanaalbehandeling hebben gehad....
Als je wilt, kun je je helemaal gek laten maken. Ik stel me ook zo voor dat een overweldigende 99,9 procent van alle kankerpatiënten wel eens in een auto hebben gezeten en ook wel eens brood hebben gegeten.

Daar sta ik in mijn grote badpak in een natte ruimte, maar waar is het zwembad en waar is de rest? Minder dan een uur geleden heb ik het nog even nagevraagd, ja hoor echt waar, vandaag om 12.00 uur zwemtherapie. De afgelopen twee weken was daar verwarring over. Mijn therapeut is op vakantie, haar vervangende therapeut is ook op vakantie en die heeft vervanging geregeld voor zwemtherapie, dus dat zou helemaal goed komen.

Ik ben hier vandaag voor het eerst en heb zelf het licht aangedaan in het halletje, ben door de deur gegaan waar 'kleedruimte' op stond en kwam toen in een natte ruimte terecht. Bij een stoel met een haakje heb ik een gordijn dichtgetrokken, precies zo'n rails en gordijn als op een ziekenzaal. Stel je voor dat je vergeet dat je in het ziekenhuis bent. Ik heb me uitgekleed en mijn grote badpak aangedaan. Ik zie geen douche om voor- en na te spoelen.
Midden in de ruimte sta ik op een vloer met 1 cm water. Er is nog steeds niemand behalve ik, dus ik ga maar weer naar de stoel in de 'kleedruimte' en rommel met mijn telefoon, het is hier bloedheet.

Er komt een mevrouw binnen met een mopwagen. Ze begint haar emmer te vullen, ze ziet me niet, want ik zit precies achter de deur, dus ik roep 'hallo' en hoop dat ze niet schrikt. Ze doet het licht aan en vraagt of ik alleen ben. Ja, ik wacht op een therapeut omdat ik om 12.00 uur zwemtherapie heb. De vriendelijke mevrouw gaat voor me naar de afsprakenbalie om te melden dat ik zit te wachten. Toch fijn dat ik daar niet in mijn badpak naar toe hoef.

Na vijf minuten komt er een meneer met een witte jas, een kop koffie en zo te zien kauwt hij nog op een boterham. Hij zegt dat hij even in komt vallen, tot er dan wel de beoogde therapeut komt. Ik mag op de vloer met 1 cm water gaan staan, dan zal hij deze laten zakken, als hij de sleutel heeft opgehaald. De mevrouw met de mopwagen verruilt haar Birckenstocks voor rubberlaarzen en dweilt om de natte vloer heen.

De sleutel is gevonden en daar ga ik, de vloer zakt, het water stijgt. Ik voel me inmiddels behoorlijk opgelaten. De meneer in de witte jas vraagt of de 'brug' mag blijven staan. Dat zal toch wel, weet ik veel. Samen met de brug zak ik onder water en als het diep genoeg is, begin ik maar eens te zwemmen.

De meneer met de witte jas en de kop koffie loopt eerst naar een rek met zwembandjes, plankjes, en ander drijvend materieel en oppert daar wat van in het water te gooien voor me, voor mij hoeft het niet. Dan loopt hij een trapje af naast het zwembad en bevindt zich nu op ooghoogte met mij. Hij maakt een praatje met me, maar een zwemoefening krijg ik niet. Hij past op mij. Zo zit het. En ik zwem maar een beetje op eigen initiatief.

Om half één komen er dan toch twee heren in zwembroek de natte ruimte binnen. We zijn allemaal van dezelfde onco-fit groep, maar Guus en Dabbert hebben half één te horen gekregen voor de zwemtherapie. En een minuutje later komt ook Marjan binnen, dezelfde therapeut die vanochtend onze onco-fit groep in de gymzaal begeleidt heeft en die ik een beetje op weg heb geholpen omdat ze eigenlijk niks wist van de personen die ze moest begeleiden, dat stond allemaal niet in de overdracht. Marjan heeft nu eigenlijk lunchpauze, maar er is geen zwembegeleider te bekennen dus improviseert zij een zwemles voor mij, Guus en Dabbert. De meneer in de witte jas gaat weer zijn eigen ding doen en ik bedank hem vriendelijk voor het oppassen.

Ik moet er maar wat van maken, dus ik zeg tegen Guus, die het maar moeilijk heeft met zijn beperkingen, dat we volgend jaar met Expeditie Robinson mee willen doen en dus even flink moeten zwemmen. Dabbert, de nieuwe jongen, moedig ik aan om met zijn neus een rood balletje aan te raken, net als een Dolfijn, wat aan een touw uit het plafond vlak boven het wateroppervlak hangt. Niet trekken aan dat koord, dan rukt de reddingsdienst uit, als ze niet allemaal met vakantie zijn....