maandag 28 juli 2014

Ezeltje prik


Ik druk de plunjer naar de blauwe streep en schud voorzichtig en rustig, om geen 'sop' te maken, totdat de poeder en vloeistof gemengd zijn. Ik druk de plunjer verder, totdat er geen lucht meer in de naald zit en prik mezelf in mijn buik. Ik ervaar disassociatie met mijn slecht functionerende lijf en leden, het kost me dan ook geen enkele moeite om mezelf te steken. Ik druk de plunjer door totdat deze niet meer verder kan. Ik ben klaar met injecteren en de helft van de melkachtige Lucrin vloeistof loopt weer uit mijn buik. Mijn buik, mijn bovenbenen en billen zijn het ge-injecteer van dagelijks antistollingsmiddel en maandelijkse 'eierstok-verlammer' meer dan zat. Mijn lijf probeert uit te spugen wat ik inspuit. En wat niet uitgespuugd wordt, vormt harde, warme, jeukende plakkaten op mijn benen, buik en billen. Dagenlang heb ik last van deze 'horzelbeten' en als het niet meer jeukt, blijf ik nog een hele poos zitten met verharde, blauwe plekken.

Doorweekt


Ik zit vast in een opvlieger.

Een meneer zong dapper Ave Maria en een andere meneer bespeelde de vleugel. Een mevrouw dichtte over een toverfluit. Door de ramen van de aula keek ik naar de regen en naar de bliksem die de zerken in het licht zette, code oranje. Daarna glibberden we allemaal de berg weer af, die we een uur eerder tegen de stroom in beklommen hadden, voor koffie met een koekje en wat vriendelijke woorden. Of de woorden gehoord werden, weet ik niet zeker. Een generator en een waterpomp stonden bij de entree van de koffiekamer te brullen, om al het water wat ook mee de berg afkwam, niet naar binnen te laten stromen.

Het mooiste vandaag was de buschauffeur, die omreed, speciaal voor ons. Afgeweken van zijn eigenlijke route toen wij vertelden dat we naar het crematorium wilden.

dinsdag 22 juli 2014

Geertje


Ik dacht ik doe het anders vandaag en kam na het douchen mijn 2 cm lange, weerbarstige haar naar achter in plaats van naar voren. Met mijn nog natte haar ga ik naar fysiotherapie. Volgens de fysiotherapeute heb ik hierdoor een 'open gezicht', staat me erg goed, vindt ze, en ze steekt twee handen in mijn buik, als in een kom met deeg, en trekt mijn darmen, als een klont stugge pizzabodem in de maak, uit mijn buik.

Later sta ik thuis voor de spiegel. Het pigmentloze gedeelte, wat blond lijkt, groeit uit. Het haar blijft helemaal niet min of meer glad achterover zitten. Het krult, het golft, wil rechtop staan, maar neigt toch naar achteren.

Ik kijk nog eens goed, de persoon in de spiegel komt me bekend voor. 
Ineens weet ik het: Geert Wilders!

Ik check het even bij Strato, jahoor, Geert Wilders! Hij ziet het ook.

Snel, geef me een hoofddoek!

Vergetelheid


Ik kan niet haken en bloggen tegelijk.

Om er maar voor te zorgen dat ik niet ingehaald zou worden door de werkelijkheid, heb ik gehaakt. Niet zomaar, maar alsof mijn leven er van af hing. Mijn leven hangt niet af van haakwerk, maar van therapieën,

In de 'werkelijkheid' ben ik een kankerpatiënt, ben ik incompetent, herken ik mezelf niet in de spiegel en kan ik niet kakken.

Als ik haak, heb ik daar allemaal geen last van, de leukste maaksels komen onder mijn handen vandaan. Ik zie alleen af en toe de 'kussentjes' op mijn stijve rechtervingers, erfenis van de trombose.

Mijn haakwereld, waarin alles kleurig en leuk is, wordt vervelend verstoord door dagelijkse therapieën, wekelijkse ziekenhuisbezoeken en de spiegel.

N.B. De beer en het hondje zijn door mijn tante gemaakt. De beer is een 'troostprijs'.