dinsdag 6 mei 2014

AVL 28.1: Miss Wiggy


Vandaag heb ik een afspraak met Allison, mijn psychiatrisch verpleegkundige. Ik vertel over mijn fysieke en mentale toestand. Ik leg uit dat ik niet het idee heb dat er ruimte is voor mijn mentale ongemak, omdat ik fysiek ver van in orde ben en geen extra energie kan verspelen door het 'naar buiten' laten van mijn gevoelens. Tegelijkertijd voel ik me wankel en op de grens van instorten. In een lang gesprek oppert Allison een intensieve psychotherapie van twee keer in de week, langszij mijn fysieke behandelingen. Tijdens het gesprek belt mijn moeder, ze gaat met me mee naar AVL, waar ik straks drie porties Herceptin per infuus krijg. Mijn moeder is al een week in de war over de afgesproken tijd, variërend van kwart voor zes tot half vijf. Nu staat ze om vijf uur 'voor de deur' terwijl we om kwart over vijf hebben afgesproken. Geeft niks, ze moet nog even wachten.

Na het bezoek aan Allison, klop ik nog even aan bij Jon, mijn psychiater. Hij herkent me niet direct, logisch. Voor mensen die me een maand of drie niet gezien heb, zie ik er echt anders uit. Ik kan zelf niet wennen, dus verlang dat helemaal niet van anderen.

In het AVL gaan de drie porties immunotherapie er in als een zonnetje. Geen klachten in de dagen hierna. De verpleegkundige is wel bezorgd over mijn benauwdheid.

Ik mail meerdere keren met de vrouw van mijn neef, sinds zij ook borstkanker heeft, helaas. Gelukkig geen uitzaaiingen gevonden, wat een opluchting. Ze staat aan de vooravond van chemokuren en gaat voor een pruik naar dezelfde kapper als dat ik geweest ben. Ze kiezen samen een model uit met de naam 'Kiwi'. Nou ja zeg! Ik voel me bevoorrecht met model 'Diana'. De pruikenmakers moeten toch nadenken hoor over die namen, desnoods geven ze de pruiken nummers, maar het moet wél op iemands hoofd, en nooit voor de grap.

Als ik een jurk aandoe lijk ik wel een figurant uit Loenatik. Ik haal mijn pruik maar weer 'uit het vet'.