Iemand zegt tegen me: Ik zit niet lekker in mijn vel. Als ik een dergelijke diagnose zou
krijgen, zou ik het wellicht laten woekeren en er over een half jaar niet meer
zijn.
Sinds de fietstocht naar de tandarts, afgelopen
week, heb ik mijn stalen ros maar weer op stal gelaten. Dat was geen succes. Ik
heb een en ander aan klusjes lopend gedaan. Het weer was aangenaam en lopen kan
ik nog als de beste! Boefje loopt redelijk braaf mee, al heeft ze er niet
altijd zin in. Ze is al 11, maar heeft mijn autoriteit altijd al uitgedaagd en
lopen aan een touw volgens mijn ritme, dat blijft ze maar stom vinden.
Boefje kakt bij een boom, ik sta al klaar met een
gezellige roze hondenpoepzak om mijn linkerhand. Een mevrouw fietst langs en
kijkt afkeurend. Meeste mensen kijken zo als ze mijn hond zien kakken, de rest
van de tijd kijken ze vertederd naar mijn slimme hond met haar grote, vragende ogen.
De kwaaie mevrouw stapt af en zegt: 'Dat
is naast een speeltuintje!'. Met mijn voet wijs ik de drol aan op het 'terrein'
van de boom en houd ik mijn poepzak omhoog en zeg dat ik het direct weer
opruim. 'Belachelijk!' schreeuwt de
mevrouw tegen me als ze weer opstapt en wegpeddelt. Ik snap wel wat ze bedoelt
ongeveer, maar zij weet wellicht niet dat er in onze drukbevolkte buurt 5
speeltuintjes zijn en geen enkele hondenuitlaatplek. Mijn hond poept zodoende
altijd bij een boom in de buurt van één of
ander speeltuintje!
Mijn neef van 6 komt logeren. Hij is bekend met
alle 5 speeltuintjes. Vaste prik, als hij komt, een bezoek brengen aan alle
speeltuintjes. De mooiste heeft een 'groot' klimrek. Als je 6 bent, ben je te
groot voor een wipkip, dus een 'groot' klimrek is wat we nodig hebben. Mijn
neef vraagt meerdere keren of ik bepaalde klimoefeningen ook kan en of ik dat
wil laten zien. Normaal gym ik van harte mee, ik ben tenslotte tante en geen
oma. Vandaag zeg ik dat ik griep heb en dat ik over een poosje weer samen met
hem ga klimmen. Ome Strato wordt ook gevraagd wat hij allemaal kan op het
klimrek. Ome Strato kan niks op het klimrek, als kind al niet.
Ome Strato kan wel koken en hij maakt macaroni met
erwtjes, ham en kaas uit de oven. Dat leek ons wel een verantwoord
kindergerecht. Als Strato alle bakblikken in één beweging uit de oven probeert te halen omdat hij
de oven nodig heeft, valt de stapel om. Het bovenste blik was gevuld met
knikkers. Deze gebruik ik wel eens om taartbodems te bakken. Mijn neef en ik
gaan maar eens kijken in de keuken. Mijn neef is verrukt vanwege alle rollende
knikkers. Strato zegt dat hij vast gaat koken als mijn neef de knikkers op wil
ruimen. Strato mag van mijn neef niet koken, dat is gevaarlijk zo, hij kan
uitglijden. Mijn neef begint, liggend op zijn buik knikkers te verzamelen. Al
gauw zegt hij dat we moeten helpen. Strato zegt dat hij geen zin heeft om te
helpen. Mijn neef spreekt Ome Strato streng toe: 'Dat is niet eerlijk. Als je
geen zin hebt om te helpen, dan help ik ook niet'. Ik zeg dat mijn neef een
punt heeft, dus Strato ruimt ook een paar knikkers op. Ik verontschuldig me weer,
zeg dat ik niet kan helpen. Mijn neef ligt nu op zijn buik met zijn hoofd onder
het aanrecht, waar al jaren een plint zou moeten zitten, en zegt: 'Ja, want jij
hebt kanker'.
Ik wil het liefst heel hard lachen, maar houd me
in. Zo doen kinderen dat. Je loopt op eieren en zij helpen je wel even met de
realiteit. Ik ben blij dat ik weet dat mijn neef er van weet, want ik vraag me
al dagen af hoe ik het logeerpartijtje aan zal pakken. Of ik mijn pruik op moet
zetten, mijn muts op moet houden, mijn pruik moet verstoppen. Hoeft allemaal
niet, mijn neef weet het en zit er niet mee, bejegent me niet anders dan
anders. Ik leg nog wel uit dat ik denk dat ik geen kanker meer heb. Mijn neef
vraagt 'hoezo'. Ik vertel hem dat ik geopereerd ben en dat de kanker toen
weggehaald is. Strato neemt het verhaal over en vertelt erbij dat ik nog wel
spuitjes krijg om te zorgen dat het ook nooit meer terugkomt en dat het daarom
nu net is of ik griep heb. Mijn neef weet genoeg. Hij heeft een langer stuk
gereedschap nodig dan de houten pollepel om onder de vaatwasser te hengelen
naar knikkers. Ik pak een dikke rol tape en maak twee pollepels aan elkaar.
Precies wat hij nodig heeft.
Mijn neef heeft van zijn oma een gorillapak
gekregen. Een fleece huispak uit één stuk met een capuchon als gorillakop. 's Avonds
geef ik dit aan hem. Hij wil het aan en doet het niet meer uit, hij past het maar net, maar het deert hem niet. Hij heeft toevallig sokken met apen erop bij zich, die doet hij ook aan. Als
hij slaapt, ligt hij op zijn rug, midden en overdwars in mijn bed met de
capuchon nog op en apensokken aan. Mijn apengatje.
Morgen
de uitslag van het erfelijkheidsonderzoek. Ik ben al de hele week niet in goede
doen.