Het
wordt weer wat.
Ik kan weer wat, niet zo lang en niet zo veel, dat
moet ik dan ook steeds bezuren, lastig, ik ken mijn eigen lijf niet meer. Ik
krijg weer echte wimpers, ik had een soort witte egelstekeltjes waarmee ik
mezelf in mijn ogen prikte. Ik heb voor het eerst mijn 'nieuwe' haar gewassen
met shampoo. Deodorant gebruik ik nog steeds niet, nergens voor nodig, geen
spoor van een geurtje te bekennen. Mijn huid is niet meer schubbig en mijn
gezicht niet meer gezwollen. Ik laat zelf de hond uit.
Ik ben uitgekomen aan de 'goede kant' van de behandelingen.